DEEL 1: 10-daagse excursiereis naar Toscane van 27-08-2018 t/m 05-09-2018
Dag 1: Heenreis (maandag 27 augustus 2018)
Toscane here I come! Om 2.30 uur sta ik al naast mijn bed. Om 3.55 uur word ik verwacht op het opstappunt in Vlissingen. Ik moet namelijk een kwartier voor tijd aanwezig zijn. Om 4.10 uur rijden we met de servicelijn naar het verzamelpunt "Juffrouw Tok" in Nieuw-Dijk, waar we omstreeks 8.30 uur aankomen. Hier stap ik over op de bus naar mijn vakantiebestemming Toscane. In de bus maak ik kennis met de groep. De groep bestaat uit 32 personen (voornamelijk 60-plussers); 7 mannen, 25 vrouwen. Ik ben veruit de jongste. Om 9.15 uur is het tijd om te vertrekken. We rijden via Emmerich, Oberhausen, Köln, Frankfurt, Würzburg, Nürnberg en München naar Niederau in Oostenrijk (Tirol). In de buurt van Nürnberg rijden we door een natuurgebied waar heel veel spechten leven. Tussen Nürnberg en München zien we velden waar hop verbouwd wordt. Onderweg vertelt de chauffeur (Henk) allerlei leuke wetenswaardigheden, maar ook veel sprookjes. We vragen ons dan ook regelmatig af: wat is waar en niet waar?
Om 16.50 uur gaan we dineren bij Gasthof Heckl in Enkering, gelegen in het Altmühltal, een natuurgebied in Zuid-Duitsland. Hier krijgen we een zeer eenvoudig driegangendiner voorgeschoteld: aspergesoep, aardappelen, rode kool, broccoli met kaas erop (i.p.v. vlees) en vanillepudding. Omstreeks 18.15 uur rijden we naar ons overnachtingshotel "Hotel Harfenwirt" in Niederau, waar we omstreeks 21.00 uur aankomen. Het dorp Niederau ligt op een hoogte van 828 meter, aan de rand van de Kitzbühler Alpen. Hotel Harfenwirt is een traditioneel Oostenrijks hotel. De eigenaar is een wat oudere man (Herbert), die graag harp speelt voor zijn gasten. Hiernaar is het hotel vernoemd. Ik heb een ruime, ietwat verouderde kamer, die in traditionele Tiroolse stijl is ingericht. Vanaf het balkon heb ik een schitterend uitzicht op het dorpje Niederau en het berglandschap. Tegenover het hotel bevindt zich een skipiste.
Dag 2: Heenreis en aankomst in Montecatini Terme (dinsdag 28 augustus 2018)
's Morgensvroeg (6.30 uur) sta ik al op mijn balkon om van het mooie uitzicht te genieten. Ik kleed me snel aan en ga op pad met mijn camera. Door de lokale bevolking word ik vriendelijk begroet met: Güten morgen. Plotseling hoor ik klingelende koebellen. Na enig speurwerk zie ik in de verte een paar koeien grazen op een bergweide. In het Alpengebied is het een eeuwenoude traditie dat de koeien die hier grazen grote koebellen om hun nek dragen. Of de koeien dit leuk vinden? Dat valt te betwijfelen. Zo'n beest wordt toch gek van dat geklingel?!
Om 8.30 uur rijden we richting Italië. Via de mooie Brennerpas, de Europabrücke, de Dolomieten, Bolzano, Trento, Modena en Bologna rijden we naar Montecatini Terme (ligt tussen Firenze en Lucca). Onderweg is er veel moois te zien. Vanuit de bus probeer ik foto's te maken, maar dat valt nog niet mee. Nadat we de Dolomieten gepasseerd zijn, wordt het landschap vlak. Na Bologna volgen er veel tunnels. In Toscane zien we de bekende glooiende heuvels met wijngaarden, olijfbomen en cipressen.
Omstreeks 17.00 uur komen we aan in het hotel in Montecatini Terme. Hotel Santa Barbara ligt op een berg en bestaat uit vijf villa's, verspreid over een parkachtig terrein met olijfbomen, palmen, grote vetplanten, cipressen, oleanders en een fontein. In deze oase van rust horen we het geluid van krekels. Met Christine ga ik snel wat foto's maken, want om 19.30 uur worden we in het restaurant verwacht voor een welkomstdrankje.
Ik verblijf in villa 5, volgens mij is dat de mooiste villa. Ik heb een nette, kleine kamer en dito badkamer. Ook beschik ik over een balkon. Het uitzicht is werkelijk adembenemend. Ik kijk recht op het mooie dorpje Montecatini Alto, gelegen op een heuvel boven het dal van de Nievole. Ook kan ik het lager gelegen centrum van Montecatini Terme heel goed zien liggen. 's Avonds zie ik duizenden lichtjes branden. Zo mooi! Montecatini Terme is een van de chicste kuuroorden van Italië. Het heilzame water van Montecatini wordt sinds de 15e eeuw gebruikt tegen stofwisselingsziekten, hepatitis, spijsverteringsproblemen en reuma. Boven Montecatini Terme ligt het dorpje Montecatini Alto. De twee plaatsen zijn met elkaar verbonden door middel van een kabeltreintje (Funicolare). Het treintje rijdt elk halfuur en de rit duurt ongeveer 10 minuten.
Dag 3: San Gimignano en Volterra (woensdag 29 augustus 2018)
Vandaag staat een bezoek aan de heuvelstadjes San Gimignano en Volterra op het programma. Om 8.30 uur rijden we richting San Gimignano, waar we omstreeks 10.30 uur aankomen. Het stadje is voornamelijk bekend om haar vele hoge torens. San Gimignano wordt ook wel het middeleeuwse Manhattan genoemd, vanwege de skyline van oude wolkenkrabbers. De 14 hoge torens uit de 12e en 13e eeuw zorgen voor een bijzondere aanblik als je richting het middeleeuwse stadje rijdt. Ooit waren er in totaal 70 torens. De torens werden voornamelijk door rijke families gebouwd. Zo lieten ze zien hoe rijk ze wel niet waren. In die tijd was San Gimignano door haar ligging aan de pelgrimsroute zeer welvarend. Je ziet de torens al van ver. Omhoog rijdend langs olijfboomgaarden en wijnranken komen we aan bij het stadje. De chauffeur zet ons af op een parkeerterrein net buiten het centrum. Hij mag hier namelijk niet parkeren. Om 12.30 uur moeten we hier weer verzamelen. Er is afgesproken dat iemand van de groep (Gerda) de chauffeur opbelt als de groep compleet is. Dan komt hij ons weer ophalen.
Ik loop met de groep mee naar het centrum. Als we voor de stadspoort "Porta San Giovanni" staan, besluit ik mijn eigen plan te trekken. Deze zuidelijk gelegen poort is de mooiste plaats om San Gimignano te betreden. Het is sowieso een mooie poort en je ziet meteen een groot stuk van de stadsmuur, die redelijk goed bewaard is gebleven. Het stadje is geheel ommuurd. Via één van de drie stadspoorten loop je naar het centrum.
Ik loop door de "Porta San Giovanni" en beland in de bekendste winkelstraat Via San Giovanni, een aaneenschakeling van souvenir-, wijn- en delicatessenwinkels, keramiekgaleries en ijssalons. La Buca, verkoopt wijn en ham van wilde zwijnen. Ik zie er ontzettend veel leuke winkeltjes, maar gun mezelf geen tijd om uitgebreid te shoppen. We hebben maar 2 uur de tijd om het stadje te ontdekken. Dat wordt een race tegen de klok.
Aan het einde van de winkelstraat loop ik een boog onderdoor en kom uit op het Piazza della Cisterna. Het driehoekige plein wordt omzoomd door middeleeuwse huizen en torens. Midden op het plein staat een stenen waterput uit 1237. Menigeen kent het plein uit films als "Where angels fear tread" en "Tea with Mussolini". Tot mijn grote schrik is het vandaag weekmarkt. Op dit mooie plein staan een heleboel marktkramen, wat niet zo fotogeniek is. Ik besluit daarom geen foto's te maken. Vervolgens loop ik door naar het aangrenzende plein "Piazza del Duomo". Nee! Dit plein staat ook vol met ontsierende marktkramen. Ik betreed de schilderachtige binnenplaats van Palazzo de Popolo, wordt ook wel Palazzo Comunale genoemd. Vandaag de dag doet het Palazzo dienst als gemeentehuis en museum. Vanaf het Palazzo heb je toegang tot de 54 meter hoge toren, Torre Grossa, de hoogste toren in het stadje. De binnenplaats wordt omgeven door een zuilengalerij. Onder de buitentrap, die naar het Museo Civico leidt, staat een mooie stenen waterput uit de 14e eeuw. Verder zijn er twee grote klokken en verschillende verweerde afbeeldingen van familiewapens en fresco's te zien. Op de buitengevel van de Collegiata zie ik een mooie fresco.
Het is heerlijk dwalen door de middeleeuwse straatjes. Je komt altijd wel wat leuks tegen. Het wemelt er altijd van de toeristen, maar de magie blijft desondanks bestaan. Het historische centrum van San Gimignano staat niet voor niets op de werelderfgoedlijst van UNESCO.
Nu is het tijd om een bezoekje te brengen aan de Rocca (ruïneburcht). Ligt op 5 minuten loopafstand van Piazza del Duomo. Deze burcht is langgeleden vervallen tot een romantische ruïne met een lieflijke openbare tuin met olijf- en vijgenbomen. Het is een idyllisch plekje. Ook staan er enkele bankjes. Het is hier een stuk minder toeristisch. Ik probeer altijd even van de toeristische route af te wijken. Vaak wordt de moeite beloond, zoals nu. Vanaf de muren kun je prachtige foto's maken van de torens, het stadje en de vallei van de Elsa.
Jammer genoeg moet ik weer terug naar de verzamelplaats. Twee uur is eigenlijk veel te kort voor zo'n mooi stadje.
's Middags brengen we een bezoekje aan broertje Volterra, het hoogst gelegen heuvelstadje van Toscane, waar de middeleeuwse straten tot wel 550 meter boven de vallei liggen. De oude Etruskische stad Volterra ligt hoog op een winderig en kaal plateau. Zoals gebruikelijk is bij de Etrusken is ook Volterra op een rots gebouwd, zodat de stad makkelijk te verdedigen was. Dit mooie middeleeuwse stadje ligt in het hart van een vulkaangebied. Het landschap wordt gekenmerkt door "balze", geologische verschijnselen die door klei en zand worden veroorzaakt. Volterra ligt op ca. 1 uur rijden van San Gimignano. Om 13.20 uur komen we aan in Volterra. We worden vlakbij het centrum afgezet, op het Piazza Martiri della Liberta. Om 15.30 uur worden we hier weer opgehaald.
Ik begin de sightseeingtour op het Piazza dei Priori. Dit plein, het oude centrum van het politieke leven in de middeleeuwen, is nog altijd het kloppend hart van de stad. Palazzo dei Priori is het oudste gemeentehuis van Toscane. Het sobere, kasteelachtige gebouw is voorzien van mooie gevelstenen. Recht tegenover het Palazzo dei Priori staat het 13e eeuwse Palazzo Preterio met twee lichtvensters en een zware toren met kantelen, de Torre del Porcellino. De toren is genoemd naar het varkentje dat in de steen aan de voet is gegraveerd. Aan linkerkant van het plein bevindt zich het middeleeuwse gebouw Cassa di Risparmio di Volterra.
Torre del Porcellino
Palazzo dei Priori
Gevelsteen Palazzo dei Priori
Gevelsteen Palazzo dei Priori
Cassa di Risparmio di Volterra
Gevelbeeld Duomo
Vervolgens loop ik richting de Duomo. Onderweg zie ik een heel sfeervol kapelletje en een uitkijkpunt, vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de omgeving. De Duomo is gelegen aan het kleine pleintje "Piazza San Giovanni". Helaas staat de Duomo in de steigers in verband met restauratiewerkzaamheden en is niet te bezoeken. Maar het Battistero (doopkapel) aan de andere kant van het plein wel. Het achthoekige gebouw met een ronde koepel is niet te missen. De doopkapel is mooi in zijn eenvoud. In het midden staat een doopvont. Ook zijn er prachtige muurschilderingen te zien.
Ik dwaal door hele leuke, smalle steegjes en waan me helemaal terug in de tijd. Volterra is een klein stadje, waar het wasgoed boven de steegjes in de wind wappert. Vervolgens stuit ik op het net buiten het centrum gelegen Teatro Romano. Het Romeinse amfitheater uit de 1ste eeuw v.Chr. is goed bewaard gebleven. Het met gras begroeide amfitheater bestaat uit negentien rijen zitplaatsen. Behalve een Romeins theater zijn er ook resten van een tempel en een badhuis te zien. Vanaf de hoger gelegen weg (Via Lungo le mura del Mandorio) kun je het complex heel goed zien. Verderop staat een typisch Italiaans kerkje bovenop een heuvel.
Nu ga ik op zoek naar de kerkjes Chiesa di San Lino en Chiesa San Francesco, gelegen aan Via San Lino. Als eerste bezoek ik Chiesa di San Lino, een kerkje waar je zo voorbij zou lopen... Het interieur is sober, maar het beschilderde plafond is schitterend. Zulke prachtige kleuren en afbeeldingen. Aangezien het vrij donker is in de kerk, is het lastig om het plafond op de gevoelige plaat vast te leggen. Je moet wel een vaste hand hebben, anders is de kans groot dat je een onscherpe foto hebt. Daarna bezoek ik Chiesa San Francesco. Ligt een paar honderd meter verderop. De buitenkant van de kerk ziet er niet zo uitnodigend uit. Toch ga ik naar binnen. Het interieur is niet zo bijzonder. Het altaar en de preekstoel zijn best mooi. Verder zie je er veel schilderijen en beelden. Er zouden mooie fresco's te zien zijn. Nou, ik kan ze niet ontdekken.
Chiesa di San Lino
Chiesa San Francesco
Chiesa San Francesco
Tot slot loop ik via een steil pad naar Parc Archeologico. Dit mooie, grote stadspark ligt onder de vestingmuren en is een heerlijke plek om even uit te rusten. Hier liggen de overblijfselen van twee tempels uit de 2e en 3e eeuw v.Chr., waaruit blijkt dat Volterra een Etruskische stad is geweest. Het park biedt een prachtig uitzicht op een wirwar van rode daken van het heuvelstadje en op het fort "Fortezza Medicea", dat boven het park uittorent. Dit kolossale middeleeuwse fort bestaat eigenlijk uit twee kastelen die bijeengehouden worden door een aantal muren. Vandaag de dag is het een gevangenis.
Het is weer tijd om terug te gaan naar het Piazza Martiri della Liberta, waar we worden opgehaald. Om 18.00 uur zijn we weer terug in het hotel. Om 19.30 uur diner.
Dag 4: Elba, in de voetsporen van Napoleon (donderdag 30 augustus 2018)
Vandaag gaan we naar Elba (optionele excursie). Elba is het grootste eiland van de Toscaanse archipel en na Sicilië en Sardinië het derde eiland van Italië. Elba (224 km2) is 29 km lang en 18 km breed en biedt een zeer gevarieerd landschap op een relatief klein oppervlak. De beroemdste bewoner van Elba was Napoleon. Hij verbleef hier 9 maanden in ballingschap. Na Napoleons mislukte veldtocht naar Rusland werd hij in 1814 tot aftreden gedwongen en verbannen naar het eiland Elba. Napoleon heerste niet lang over het eiland, maar wist behoorlijk wat te veranderen. Het kleine havenstadje Portoferraio veranderde in een bloeiende stad, de ijzermijnen werden gemoderniseerd, de productie en export van wijn werd verhoogd en er werden twee forten gebouwd. Op het eiland staan maar liefst twee huizen of beter gezegd: villa's, waarin Napoleon verbleef tijdens zijn periode op Elba. In beide gebouwen is tegenwoordig een museum gevestigd. Helaas staat er geen bezoekje aan één van de huizen van Napoleon op het programma. Ik had ontzettend graag de zomerresidentie in San Martino willen bezoeken.
Om 6.15 uur rijden we naar Pisa om de gids (Hetty) op te halen. Vanuit de bus zien we de zonsopkomst en de Apennijnen. Vervolgens rijden we naar Piombino. Dit drukke stadje wordt gedomineerd door de ijzer- en staalindustrie. Vanuit Piombino gaan we met de veerboot (Moby Lines) van 9.00 uur naar Portoferraio, de hoofdstad van Elba. De overtocht duurt 1 uur. We zitten heerlijk in het zonnetje op het dek te genieten van al het moois om ons heen. De zee is het domein van de dolfijnen en walvissen. Ik hoop een paar dolfijnen te zien. De aankomst in Portoferraio is spectaculair. Vanaf de veerboot heb je een prachtig uitzicht op Portoferraio, met fort Stella en de oude stad. De dicht op elkaar staande roze en gele huizen op de helling omringen een natuurlijke haven, waar luxueuze jachten gebroederlijk naast eenvoudige vissersboten liggen. De haven wordt gedomineerd door twee forten en de resten van een stadsmuur. Ik fotografeer me suf. Om 10.00 uur gaan we van boord. De bus staat al klaar op de kade. Portoferraio betekent letterlijk ijzerhaven. Het mooie, levendige havenstadje is vernoemd naar het ijzer dat hier door de Etrusken en Romeinen verscheept werd.
Omstreeks 10.15 uur verlaten we Portoferraio en rijden we via de grote kustweg naar Marciana Marina. In de buurt van Procchio zien we de mooiste baaitjes en heel veel parasolpijnbomen. Parasolpijnbomen bieden veel schaduw. Vandaar dat je er zoveel ziet in warme streken. Zelf vind ik het hele mooie, decoratieve bomen. Jammer genoeg wordt er geen fotostop gemaakt. Wat is dat zuur! In een bocht zien we de Medici-toren opdoemen, die over de haven van Marciana Marina waakt. Het schilderachtige badplaatsje Marciana Marina ligt aan de voet van de bergen. In Marciana Marina hebben we maar 30 minuten de tijd om een parfummuseumpje te bezoeken. Ik laat het museum voor wat het is en ga foto's maken van het haventje, de pastelkleurige huizen aan zee en een kiezelstrandje.
Voor de lunch gaan we naar de bekende badplaats Marina di Campo. We rijden via dezelfde kustweg terug. Daarna rijden we een stukje door het binnenland. Onderweg zien we de kleine internationale luchthaven. In Marina di Campo hebben we ruim 2 uur de tijd. Marina di Campo is de grootste badplaats van het eiland met veel hotels en toeristische voorzieningen. Men komt hier voor het uitgestrekte zandstrand. De groep gaat lunchen in een restaurant in de buurt van de haven. De chauffeur heeft dit voordien geregeld. Ik wandel via de boulevard (lungomare) naar het haventje en weer terug. Het zandstrand is gelegen in een halvemaanvormige baai. Op het strand liggen de mensen hutje aan mutje naast elkaar op een ligbed onder een parasol. Op de boulevard ga ik even op een bankje zitten, in de schaduw van een palmboom. Er valt hier toch niet veel te zien en beleven...
Om 14.15 uur rijden we via het heuvelachtige binnenland met olijf- en wijngaarden en hier en daar een dorpje, terug naar de haven. Nu al?! Ik was in de veronderstelling dat we na de lunch nog naar Porto Azzurro zouden gaan. Waarom we niet naar het mooie dorpje Porto Azzurro gaan? Geen idee. Jammer vind ik het wel. Zelfs in Portoferraio hebben we geen gelegenheid om de stad te bezichtigen.
Na een bliksembezoek aan Elba gaan we om 15.15 uur weer aan boord. De boot vertrekt om 15.30 uur. Eerlijk gezegd had ik er meer van verwacht. We hebben maar 5 uur op het eiland Elba doorgebracht. Het is een mooi, groen, heuvelachtig eiland met verscholen strandjes en kristalhelder water. Helaas hebben we slechts een glimp opgevangen van de verscholen strandjes. Er is genoeg moois te zien. We moeten genoegen nemen met een bezoekje aan twee badplaatsjes op het westelijke deel van het eiland. Napoleon verbleef hier kort, maar wij nog veel korter!
Om 16.30 uur komen we aan in Piombino. Omstreeks 19.00 uur zijn we weer terug in het hotel. Om 20.00 uur diner.
Dag 5: Lucca en Pisa (vrijdag 31 augustus 2018)
Vandaag staat een bezoekje aan Lucca en Pisa op het programma. Het was eigenlijk de bedoeling om de marmergroeven in Carrara te bezoeken. Carrara is wereldberoemd om zijn witte marmer. Hier haalden de Romeinen en Michelangelo het witste marmer van de wereld voor beelden en paleizen. Momenteel is het gebied niet toegankelijk. Daarvoor in de plaats gaan we naar Lucca. Leuk!
Om 9.00 uur rijden we richting Lucca. Tussen Montecatini Terme en Lucca ligt het dorpje Collodi. Collodi is bekend geworden door Carlo Lorenzini, schrijver van de "Avonturen van Pinokkio". Hij schreef zijn verhalen onder het pseudoniem Carlo Collodi, een verwijzing naar het geboortedorp van zijn moeder. Het dorpje staat helemaal in het teken van Pinokkio. Er is zelfs een heus Pinokkio-park (Parco di Pinocchio) gevestigd. Dit pretpark is gebaseerd op de avonturen van de houten pop Pinokkio. Op een rotonde staat een Pinokkio-figuur met een fiets, gemaakt van bloemen. In Toscane zie je in veel toeristenwinkeltjes Pinokkiopoppen. Dat is niet zo verwonderlijk, want de Italianen zijn maar wat trots op hun wereldberoemde marionet Pinocchio.
Lucca werd in de Romeinse tijd bezocht door Julius Caesar en Pompeius. Ook is het de geboorteplaats van de beroemde componist Giacomo Puccini. Deze sfeervolle stad wordt ook wel de stad van de honderd torens genoemd. De stad kent een heel scala aan schitterende kerken. Lucca is een fietsstad bij uitstek, omdat het een vlakke stad is. Hier is de fiets een normaal verschijnsel in het straatbeeld. De historische binnenstad is grotendeels autovrij. Aan het stratenplan van Lucca is goed te zien dat de stad gesticht is door de Romeinen. Het rechthoekige stratenpatroon en de verschillende bezienswaardigheden zorgen ervoor dat er veel overeenkomsten te vinden zijn met Firenze. Daarom wordt Lucca ook wel eens gezien als het kleinere broertje van Firenze.
We bezoeken onder leiding van een gids de hoogtepunten van de stad. Bijna alle bezienswaardigheden zijn binnen de oude stadsmuren te vinden. Omstreeks 10.00 uur komen we aan in Lucca. De gids staat al op ons te wachten in de buurt van de stadspoort "Porta Santa Maria". Hier begint de stadswandeling. We lopen een klein stukje over de 16e eeuwse stadsmuur, die de historische binnenstad volledig omringt. Op de ca. 4 km lange stadsmuur is een breed asfaltpad aangelegd. Tegenwoordig fungeert de muur als een soort stadspark waar volop gewandeld en gefietst wordt. De huidige muur telt 6 toegangspoorten. Vanaf de stadsmuur heb je een prachtig uitzicht op Lucca. Zo kunnen we "stiekem" foto's maken van Palazzo Pfanner met zijn prachtige beeldentuin.
Lucca is een fietsstad bij uitstek
Porta Santa Maria
Stadsmuur
Stadsmuur
Palazzo Pfanner
Palazzo Pfanner met zijn prachtige beeldentuin
Vervolgens lopen we naar het Piazza San Frediano, waar de Romaanse basiliek van San Frediano zich bevindt. Dit is de oudste kerk van Lucca. Het gebouw zelf is vrij sober. Een mooie klokkentoren met kantelen steekt boven de kerk uit. Mijn oog valt meteen op het goudkleurige mozaïek dat de voorgevel siert. Op het mozaïek is "De Hemelvaart" afgebeeld. Christus zit in een mandorla die gedragen wordt door twee engelen. Eronder staan de twaalf apostelen. Op het pleintje staat een kunstwerk, gemaakt van papier: een man die omringt wordt door kleine giraffen. Momenteel vindt het Papierfestival "Cartasia" plaats. In de hele stad zijn kunstwerken van papier en karton te zien. Je komt ze tegen op pleinen, in de straten, maar ook in gebouwen.
Klokkentoren Basilica San Frediano
Basilica San Frediano
We lopen richting het Piazza dell'Anfiteatro. In de levendige straatjes is het een komen en gaan van fietsers en voetgangers. Onderweg zien we straatjes met veel zaken waar oude ambachten zijn gehuisvest. In een zaak zien we een groot weefgetouw staan. Opeens staan we oog in oog met de middeleeuwse toren "Torre dei Guinigi. Het opvallendste aan de 44,24 meter hoge toren zijn de eeuwenoude steeneiken die op het dak groeien. Het is een grappig gezicht. De toren werd in de 14e eeuw gebouwd als symbool van de wedergeboorte van de rijke en machtige koopmansfamilie Guinigi. Zij werden door de leider Gastruccio Castracani in de 13e eeuw uit Lucca verbannen om vervolgens na het betalen van een flink bedrag weer terug te keren in 1369. De Torre dei Guinigi maakte deel uit van een indrukwekkend complex. Je kunt de toren beklimmen.
Middeleeuws straatje en de Torre dei Guinigi
Detail Torre dei Guinigi
We lopen door een toegangspoort en belanden op een ovaalvormig plein, het Piazza dell'Anfiteatro. Dit sfeervolle pleintje kun je betreden via één van de vier toegangspoorten. Ik herken meteen de contouren van het vroegere amfitheater. Dat Lucca een Romeinse stad is geweest, zie je vooral nog op het Piazza dell'Anfiteatro. In de tweede eeuw was het een arena, met tribunes eromheen en eronder kamertjes voor de gladiatoren en kooien voor de wilde dieren (leeuwen, beren etc.). De pastelkleurige huizen die het plein omringen zijn gebouwd op de plek waar zich de tribunes bevonden. Zo werd de oorspronkelijke vorm van het amfitheater behouden. De lage doorgangen zijn de poortjes waardoor de leeuwen en gladiatoren het strijdperk betraden. Het centrale middelpunt wordt gemarkeerd door middel van een tegel met daarop een kruis. Tegenwoordig is er vooral gezelligheid te vinden in de vorm van terrasjes en restaurantjes.
Piazza dell'Anfiteatro
Piazza dell'Anfiteatro
Lucca is de geboorteplaats van Giacomo Puccini. In Lucca wordt de componist geëerd met een bronzen standbeeld op het Piazza Cittadella. Het mooie standbeeld staat op een steenworp afstand van zijn geboortehuis. Puccini werd gezien als één van de allergrootste en beste operacomponisten ter wereld. Hij was erg geliefd bij het publiek. Tot zijn beroemdste werken behoren: Turandot, Bohème, Tosca en Madame Butterfly.
Beeld Giacomo Puccini
Opa
Via de winkelstraat Via Fillungo lopen we naar de geheel met Carraramarmer beklede kerk "San Michele in Foro". De kerk is gelegen aan het Piazza San Michele, het voormalige Romeinse forum. Deze wonderschone kerk is gebouwd in Pisaans-Romaanse stijl. Een echte blikvanger is de rijk bewerkte voorgevel. Elke zuil heeft een ander kleurenpatroon. De voorgevel wordt bekroond door een beeld van aartsengel Michaël met aan beide kanten een musicerende engel. Het interieur is vrij sober.
San Michele in Foro
Detail voorgevel San Michele in Foro
Voorgevel San Michele in Foro
Orgel San Michele in Foro
We komen regelmatig grote marmeren beelden van de kunstenaar Jiménez Deredia tegen. Op elk pleintje staat er wel één.
De stadswandeling eindigt op het Piazza Napoleone, het grootste plein van de stad. Het plein werd vernoemd naar Napoleon, omdat zijn zus Elisa Bonaparte Baciocchi er rond 1805 de leiding had. Het plein wordt aan één zijde gedomineerd door het Palazzo Ducale, de zetel van het provinciebestuur van Lucca, waar regelmatig tentoonstellingen worden gehouden. Op het plein vermaakt een bellenblaasartiest de kids. Met behulp van bellenblaaszeep en speciale bellenblaasstokjes creëert hij allerlei soorten zeepbellen. Hij laat grote, kleine en lange zeepbellen zien. De kinderen rennen lachend de grote zeepbellen achterna. Onder de platanen vind je een aantal gezellige terrasjes en een antieke draaimolen. De gids neemt afscheid van ons. Straks zien we haar weer in Pisa.
Piazza Napoleone
Piazza Napoleone
Nu kunnen we nog even doen en laten wat we maar willen. Lucca wordt nog niet overspoelt door toeristen. Het is een heerlijke stad om rond te slenteren. In de smalle straatjes heerst een op en top Italiaanse sfeer. Lucca is een kleine stad, maar er valt toch veel te ontdekken.
Om 12.30 uur worden we opgehaald bij de stadspoort "Porta San Pietro". Rond 12.15 uur begint het hevig te onweren en te regenen. Vandaag zijn de weergoden ons niet goed gezind. We stappen snel in de bus, want op een nat pak zitten we niet te wachten. We rijden vervolgens naar Pisa. Het is maar een kort ritje. Lucca ligt zo'n 25 km ten noordoosten van Pisa.
Oud gebouwtje nabij Porta San Pietro
Porta San Pietro
Omstreeks 13.45 uur komen we aan in Pisa. Gelukkig is het inmiddels gestopt met regenen. Op het parkeerterrein staat de gids al op ons te wachten. Zodra we de bus uitstappen, komen er meteen Afrikaanse straathandelaren met paraplu's op ons af. De gids loopt met ons mee naar het Piazza dei Miracoli (Plein van de Wonderen). Als je vanaf het parkeerterrein naar het Piazza dei Miracoli loopt, zie je onderweg veel kraampjes met handtassen, koelkastmagneten, scheve torens van Pisa etc. Waar veel toeristen komen, zijn ook de Afrikaanse straathandelaren te vinden. Echt opdringerig zijn ze niet. Na 10 minuten lopen komen we aan bij de toegangspoort. De Porta Santa Maria biedt het fraaiste uitzicht op het complex. Ik word meteen verrast door de prachtige witte marmeren gebouwen. Piazza dei Miracoli is een groot ommuurd gebied in het centrum van Pisa, deels bestraat en deels met gras begroeid. Het plein wordt gedomineerd door vier religieuze gebouwen: de Battistero (doopkapel), de Duomo, de scheve toren van Pisa en de begraafplaats Campo Santo. Verder zijn er een aantal musea. Alle gebouwen staan vlak bij elkaar.
De Battistero van Pisa is de grootste doopkapel ter wereld. Het ronde gebouw is 55 meter hoog en heeft een omtrek van 107 meter. De doopkapel is nagenoeg even hoog als de scheve toren van Pisa. De bouw duurde maar liefst 250 jaar.
In de schaduw van de scheve toren staat de Duomo. De voorgevel van de Duomo is prachtig met zijn vele kleurrijke mozaïeken. Ik wil graag een bezoekje brengen aan de Duomo (gratis). Bij de ticketoffice dien je wel een kaartje te halen, waarop de tijd van bezoek staat vermeld. Er wordt namelijk met een tijdslot gewerkt om lange wachtrijen en een overvolle Dom te voorkomen. Jammer genoeg kan ik pas om 16.50 uur de Dom bezoeken. Tja... als je om 16.15 uur terug moet zijn bij de bus, gaat dat niet lukken. Jammer, maar het is niet anders. Aan de achterzijde van de Duomo bevindt zich het "Portale di San Ranieri". Pisano's bronzen panelen stellen scènes uit het leven van Christus voor. De palmbomen en de Moorse gebouwen getuigen van Arabische invloeden. Het valt niet mee om een aantal panelen te fotograferen. Er zitten een heleboel mensen voor de deur. Zucht!
Bijna iedereen kent de beroemde scheve toren van Pisa. De 55,85 meter hoge scheve toren is niet voor niets het symbool van Pisa. Minder bekend is echter dat deze toren eigenlijk de vrijstaande klokkentoren van de Dom is. De scheve toren is een toeristentrekpleister. Het is er zoals te verwachten druk, drukker, drukst. Het grappige is dat de toeristen een grotere attractie zijn dan de toren zelf! Ze halen de meest acrobatische toeren uit om zo met de toren op de foto te gaan. Er worden veel foto's gemaakt waarop men de indruk wekt de toren omver te willen duwen of overeind te willen houden. Natuurlijk wil ik ook zo'n foto hebben, dus vraag ik aan een reisgenootje of ze een foto van mij wilt maken.
Verderop, op een grasveldje, zie ik een bronzen beeld van een Gevallen Engel van de Poolse kunstenaar Igor Mitoraj.
Battistero (doopkapel)
Duomo en de scheve toren van Pisa
Duomo
Kleurrijk mozaïek Duomo
Kleurrijk mozaïek Duomo
Kleurrijk mozaïek Duomo
Detail Portale di San Ranieri
Detail Portale di San Ranieri
Detail Portale di San Ranieri
Beeld engelen en de scheve toren van Pisa
Detail scheve toren van Pisa
Detail scheve toren van Pisa
Het valt me op dat er in Italië op veel religieuze gebouwen en dergelijke het opschrift OPA staat. Ik vraag me af wat hiervan de betekenis is en zoek het op. OPA is het acroniem voor het Latijnse "Ora Pro Animis", wat "Bidden voor onze zielen" betekent.
Om 16.15 uur moeten we weer in de bus zitten. Een halfuur voor tijd loop ik richting het parkeerterrein, want ik wil nog even rondkijken bij de kraampjes. Op de heenweg had ik hele leuke houten olifantjes gezien. Blijkbaar ben ik een verkeerde straat ingegaan, want ik kom uit in de buurt van het station. Oeps, foutje! Dat heb je als je als een kip zonder kop achter de gids en de groep aanloopt. Normaal gesproken is er altijd wel een herkenningspunt, maar hier lijken de straten erg veel op elkaar. Ik beschik niet over een plattegrond, dus vraag ik de weg aan toevallige voorbijgangers. Zo gezegd, zo gedaan, maar ik kom weer uit op het pleintje voor de toegangspoort van het Piazza dei Miracoli en niet op het parkeerterrein. Het wemelt er van de toeristen en straathandelaren. Ik besluit de weg te vragen aan een handelaar. Pff! Ik loop wat af, nu moet ik nog een sprintje trekken om op tijd terug te zijn. Helaas komen er twee dames van de groep niet opdagen. Na een kwartier wachten belt de chauffeur één van de dames op. Je raadt het al ze zijn verdwaald en helemaal in paniek. Daarom gaan Ria en Irene hen zoeken. Eind goed, al goed!
Omstreeks 18.00 uur zijn we weer terug in het hotel. Om 19.30 uur diner.