Dag 1: Heenreis (zaterdag 19 oktober 2019) Eind september heb ik bij Kras Reizen de 8-daagse groepsrondreis Authentiek Andalusië geboekt. Een busreis met 35 andere singles. Vandaag is het zover. Vamos a Andalucia!
Op zaterdag 19 oktober vliegen we om 5.00 uur vanaf Schiphol naar de luchthaven van Málaga. Jammer genoeg is de vluchttijd nogal ongunstig. Op vrijdagavond ga ik met de trein van 22.00 uur naar Schiphol, waar ik omstreeks 1.00 uur aankom. Op Schiphol maak ik kennis met een aantal reisgenoten. Via de groepsapp hadden we om 3.30 uur afgesproken bij Starbucks (achter de douane), zodat we samen naar de gate kunnen lopen. Om 4.30 uur gaan we aan boord. Het vliegtuig vertrekt stipt op tijd. Na een vlucht van ongeveer 3 uur landen we om 8.00 uur op de luchthaven van Málaga. In de aankomsthal maken we kennis met de reisleider (Merijn). En later bij de bus met de chauffeur (José).
Reisleider Merijn
Chauffeur José
De reis begint wel heel erg temperamentvol. Ik dacht dat we meteen naar het hotel in Antequera zouden gaan. Helaas zijn we op dit vroege tijdstip nog niet welkom in Hotel La Sierra, daarom worden we in het centrum van Málaga gedropt. Eigenlijk wil ik maar één ding: SLAPEN. Na een hele nacht opzitten ben ik helemaal brak. Málaga staat niet in het programma, maar het is natuurlijk superleuk om wat van de stad te zien. Allereerst maken we een korte stadsrondrit. Daarna lopen we samen met de reisleider naar het centraal gelegen Plaza de la Constitución. Op Plaza de la Constitución, voor bakkerij Panaderia La Canasta, zijn grote metalen voorpagina's van oude Spaanse kranten aangebracht. De krantenartikelen gaan over de Spaanse grondwet, die op 6 december 1978 werd aangenomen. Aangezien het sfeervolle historische centrum heel klein is, kun je er in relatief korte tijd best veel zien. Je vindt er tal van bezienswaardigheden, leuke winkels en gezellige terrasjes. Calle Marqués de Larios is dé winkelstraat van Málaga. De kathedraal torent overal bovenuit. Het bijzondere aan deze kathedraal is dat ze nooit werd voltooid. De kathedraal telt twee torens, waarvan de rechter onvoltooid is gebleven. Dit leverde de kathedraal de bijnaam La Manquita(de eenarmige) op. Tot 14.30 uur kunnen we op eigen gelegenheid de stad ontdekken. De groepsgrootte is zo overweldigend, daarom besluit ik alleen op pad te gaan.
Plaza de la Constitución
Plaza de la Constitución: metalen voorpagina van een Spaanse krant
Kathedraal
Kathedraal
Patio
Tapasbarretje Casa Lola
Tapasbarretje Casa Lola
Plaza de Toros
Vanaf het centrum loop ik naar het gezellige havengebied. Een heerlijke plek om rond te slenteren. Via de mooie, moderne boulevard loop ik naar Centre Pompidou Málaga. Met aan de ene kant palmbomen en aan de andere kant de haven en de aanlegplaats voor cruiseschepen. Het Pompidou-gebouw bevindt zich aan het einde van de Palmeral de las Sorpresas, oftewel Muelle 2. Deze dependance van het beroemde Centre Georges-Pompidou in Parijs opende de deuren in 2015 op een bevoorrechte locatie in de stad, midden in de jachthaven. Onder de grote kleurrijke, glazen kubus gaat een moderne expositieruimte schuil. Ik bewonder alleen de buitenkant. Het zonlicht en de kleuren van de kubus zorgen voor een mooi kleurenspel. Aan het einde van de boulevard (Muelle I) staat een wit vuurtorentje, La Farola genaamd. Achter de vuurtoren bevindt zich het strand van Málaga. Na die van Barcelona is de haven van Málaga de belangrijkste Spaanse haven aan de Middellandse Zee.
Plaza de la Marina
Centre Pompidou Málaga
Kleurrijke kubus
Kleurenspel
Muelle 1
Palmeral de las Sorpresas, oftewel Muelle 2
De overkapping doet me een beetje denken aan een visgraat
Vuurtorentje La Farola
Vervolgens breng ik een bezoekje aan het uitgestrekte Alcazaba, een van de belangrijkste Moorse vestingen van Andalusië. Het Alcazaba is gelegen op een heuvel. Als je in Málaga bent, moet je het Alcazaba gewoon gezien hebben. Het is een soort mini-Alhambra. De burcht heeft een dubbele omwalling en vierkante torens. Aan de voet van het Alcazaba liggen de ruïnes van het Romeins theater. Via een steil voetpad loop ik omhoog, naar het kleine archeologisch museum dat deel uitmaakt van het Alcazaba. De wandeling tussen de sinaasappelbomen en de overblijfselen van de oude vesting is aangenaam. Ik passeer verschillende poorten, mooie patio’s en arcades. Onderweg heb ik een prachtig uitzicht over de stad. Zelfs vanaf het Alcazaba is het witte vuurtorentje te zien.
Via de wandelpromenade “Avenida Cervantes” loop ik richting het stadspark, waar de bus op ons staat te wachten. Onderweg zie ik het stadhuis, Ayuntamiento de Málaga. Een imposant zachtgeel gebouw met veel mooie details. Het stadhuis is gelegen aan de voet van het Alcazaba, tegenover het stadspark "Paseo del Parque". Dit prachtige park met talrijke beelden ligt ingeklemd tussen twee drukke verkeersaders. Al van verre hoor ik gekrijs van vogels. Nieuwsgierig kijk ik omhoog. Na enig zoekwerk ontdek ik groene parkieten in de palmbomen. Het blijken Argentijnse parkieten te zijn. Deze parkieten leven graag in palmbomen, waar ze meer dan voldoende eten hebben in de vorm van dadels. Ook het huisvesten van hun nesten is geen probleem. Ik vind het helemaal geweldig om hier van die tropische vogels aan te treffen. In Spanje duiken deze parkieten overal op, in parken en op wandelboulevards. De Argentijnse parkieten zijn het land binnengekomen als huisdieren. Veel van hen werden later door hun baasjes weer vrijgelaten in de natuur, omdat ze zoveel herrie maakten. Door het warme klimaat en het vele voedsel kunnen de luidruchtige vogels gemakkelijk vrij leven in de vele palmbomen.
Málaga is in de afgelopen jaren enorm veranderd. Van een lelijke havenstad is het een mooie, moderne en bruisende stad geworden.
Omstreeks 14.30 uur rijden we voor de eerste overnachting naar Antequera. Ligt op ongeveer 45 minuten rijden van Málaga. Om 15.15 uur arriveren we in Hotel La Sierra. Het hotel is gelegen aan de snelweg. Ik heb een ruime hotelkamer met uitzicht over het mooie heuvellandschap.
Om 20.00 uur diner.
Dag 2: Ronda en Jerez de la Frontera (zondag 20 oktober 2019) Vandaag staat Ronda en Jerez de la Frontera op het programma. Om 9.00 uur rijden we naar Ronda, waar we om 10.20 uur aankomen. Tot 13.00 uur hebben we de tijd om het mooie, witte stadje te verkennen. Ronda is gelegen op een hoogte van 750 meter. Het stadje is gebouwd boven op een rots en wordt in tweeën gedeeld door een kloof van zo’n 100 meter diep, uitgesneden door de rivier de Guadelevin. Over de kloof ligt een brug met drie bogen, de 18e eeuwse Puente Nuevo. Het centrale gedeelte werd vroeger gebruikt als gevangenis. Aan de zuidkant ligt La Ciudad, de bezienswaardige oude stadskern met smalle straatjes, een paar pleintjes en de meeste monumenten.
Vanaf het busstation lopen we met de reisleider via Avenida de Andalucia en Calle Virgen de la Paz naar het parkje Alameda de Tajo. Het parkje is gelegen tussen Puente Nuevo en Plaza de Toros. Aan het einde van het mooie parkje bevindt zich een mirador (uitkijkpunt). Vanaf hier heb je een adembenemend uitzicht over natuurreservaat Sierra de Grazalema.
Ik besluit alleen op pad te gaan, want ik wil ontzettend graag een stukje in de kloof afdalen vanwege het mooie uitzicht op Puente Nuevo. Deze brug verbindt het oude met het nieuwe stadsdeel. Puente Nuevo is de drukst bezochte attractie in Ronda. Het lijkt wel of alle toeristen hier samenkomen zo druk is het op de brug. Het is dan ook een indrukwekkend bouwwerk. Je kunt aan beide kanten van de brug een stuk naar beneden lopen waarvandaan je een mooi uitzicht hebt op de brug.
TIP: Aan de noordkant (nieuw stadsdeel; Plaza de España) moet je betalen om een stukje naar beneden te lopen. Trap er niet in! Aan de zuidkant (oud stadsdeel) is het gratis. Dus… loop over de brug en ga rechtsaf. Aan het eind van Calle Ternorio bevindt zich een wandelpad.
Ik loop de brug over richting het oude stadsdeel. Net over de Puente Nuevo (aan de linkerkant) voor Convento de Santa Domingo, zie ik weer een mirador. Dit is de mooiste plek om een foto van de Puente Nuevo te maken. Vanaf hier zie je pas echt hoe groot de brug is. Verder heb je prachtige vergezichten over de El Tajo-kloof, de witgekalkte huizen, de Jardines de Cuenca en het omliggende platteland. Ronda is een heel mooi toeristenstadje, maar het uitzicht op Ronda is misschien nog wel mooier dan het stadje zelf.
Witgekalkte huizen boven op een rots
Jardines de Cuenca en het omliggende platteland
El Tajo-kloof
El Tajo-kloof
Nadat ik een aantal foto’s heb gemaakt, loop ik weer verder. De weg naar de bodem van de kloof begint bij Plaza Maria Auxiliadora, aan het eind van Calle Tenoria. Ik sla rechtsaf bij het eerste straatje dat ik tegenkom. Dit straatje blijf ik volgen totdat er een lieflijk pleintje opdoemt. Onderweg passeer ik Casa de Don Bosco. Rechts achter Plaza Maria Auxiliadora bevindt zich een wandelpad. Via dit pad kun je een stukje naar beneden lopen. De wandeling is erg kort, amper een kwartiertje, en relatief gemakkelijk. De moeite wordt beloond. Het uitzicht op de Puente Nuevo en de omgeving is werkelijk prachtig! Ook is er een watervalletje te zien. Het pad loopt nog verder naar beneden… Helaas moet ik weer terugkeren, want de tijd begint te dringen.
Uiteraard wil ik nog even rondslenteren door het oude stadsdeel. Behalve leuke pleintjes, smalle straatjes en mooie patio’s ontdek ik pareltjes van huizen met prachtige smeedijzeren tralies voor de ramen. Ook Iglesia de Santa Maria la Mayor mag er zijn. Het kerkje is gelegen aan Plaza Duquesa de Parcent, een sfeervol plein met palmen en laurierbomen. Iglesia de Santa Maria la Mayor is de mooiste kerk van Ronda. Vroeger een moskee, tegenwoordig een kerk. De klokkentoren is gebouwd op de resten van de minaret.
Sfeervol straatje
Iglesia de Santa Maria la Mayor
Bronzen beeld non, Plaza Duquesa de Parcent
Prachtige smeedijzeren tralies voor de ramen
Nu is het écht tijd om terug te gaan naar het busstation. Onderweg breng ik een kort bezoek aan Plaza de Toros, de oudste arena van Spanje. De tribunes bieden plaats aan 5000 toeschouwers. Aangezien ik geen voorstander ben van stierenvechten, bewonder ik alleen de buitenkant. Het gebouw is prachtig. Aan weerszijden van de hoofdingang staat een bronzen standbeeld van een beroemde stierenvechter. Naast de arena (aan de linkerkant) staat een enorm beeld van een stier. Gelukkig wordt de arena bijna niet meer gebruikt voor stierengevechten. Alleen in september vinden er nog stierengevechten plaats.
Tot slot maak ik snel een foto van Iglesia de la Merced.
Iglesia de la Merced
Ronda a los Viajeros Romanticos
Om 13.15 uur rijden we richting Jerez de la Frontera, ook wel de sherrystad en de bakermat van de flamenco genoemd. Het wemelt er dan ook van de beroemde bodega’s, zoals Sandeman, Fundador, Tio Pepe en Lustau. Maar Jerez heeft veel meer te bieden: een prachtige oude binnenstad en de wereldberoemde Andalusische paarden. Het paardenras wordt vooral geprezen voor zijn behendigheid en temperament. Het is dan ook niet zo verwonderlijk dat er een Koninklijke rijschool “Real Escuala Andaluza de Arte Ecuestra” is gevestigd. De prestigieuze school heeft een grote naam in de paardenwereld. Jaarlijks worden er maar enkele studenten toegelaten. Een keer per week (op donderdag) kun je een show bijwonen, een spektakel van dansende paarden.
Onderweg zien we veel wijngaarden. Een zwarte stier siert de heuvels. Dit is het logo van een bekend sherrybedrijf (Osborne Bodega). Jerez de la Frontera is gelegen in een vruchtbaar heuvellandschap op ca. 14 kilometer landinwaarts van Costa de la Luz.
We brengen alleen een bezoekje aan Bodegas Fundador. Om 14.30 uur worden we verwacht voor een rondleiding met een proeverij. De Bodega is gelegen aan de rand van een industrieterrein. Het domein is prachtig. Er is zelfs een mooi parkje aangelegd. De rondleiding duurt een uur met aansluitend een proeverij van vijf verschillende soorten sherry.
Een medewerkster van de bodega vertelt over de productie van sherry en legt uit wat de verschillen zijn tussen de sherrysoorten. Ze is vriendelijk, enthousiast en spreekt goed Engels. We betreden een van de wijnkelders. In de kelder hangt een zeer specifieke sherry geur. Toch raak je er snel aan gewend. In de donkere kelders is een grote hoeveelheid wijn opgeslagen. De vaten liggen hoog opgestapeld. De wijn rijpt in grote zwarte eikenhouten vaten totdat deze wordt gebotteld. In een roodverlicht wijnvat zien we flor (gistlaag) op de sherry liggen.
Wijnkelder
Proeflokaal
Sherry is eigenlijk een versterkte witte wijn en wordt gemaakt van twee druivensoorten. Palomino druiven worden gebruikt voor het produceren van droge sherry. Voor de zoetere sherry’s worden Pedro Ximenez druiven gebruikt. Alleen wijn uit deze regio mag de officiële naam “sherry” dragen. De sherry dankt zijn smaak aan de unieke combinatie van de kalkhoudende grond, de druivensoorten en het klimaat. Druiven plukken doet men in de eerste drie weken van september.
Halverwege de rondleiding ga ik met drie reisgenootjes naar het parkje om nog even te genieten van het mooie weer. We zijn toch geen liefhebbers van sherry… We gaan op een muurtje zitten, heerlijk in de zon. Binnen 10 minuten komt Merijn aangelopen, omdat hij is gewaarschuwd door de beveiliging. We mogen het parkje niet betreden, omdat er in het verleden iemand gevallen zou zijn. Nou, we zien nergens een verbodsbord. De rondleiding eindigt in een proeflokaal, dus moeten we daar plaatsnemen.
Om 16.00 uur rijden we naar het hotel in Sancular, waar we 2 nachten zullen verblijven. Omstreeks 17.00 uur arriveren we in Gran Hotel Solucar. Het hotel is gebouwd in Moorse stijl en ligt op een halfuurtje rijden van Sevilla. Ook dit hotel ligt aan de snelweg.
Om 19.30 uur diner. Voor het diner ga ik nog even op bed liggen. Door vermoeidheid ben ik in slaap gevallen en heb daardoor het diner gemist. Geen nood, ik heb altijd instant voedsel bij me. Niet echt een feestmaal, maar beter dan niets.
Rond 20.45 uur rijden we naar Sevilla voor de lichtjestour. Al snel begint het een beetje te regenen. Eerst maken we een stadstour per bus. Onderweg stoppen we even bij Plaza de España. Bij avond is het plein sprookjesachtig mooi. Aansluitend gaan we op ontdekkingstocht in de Joodse wijk Santa Cruz. Deze wijk ligt ten oosten van de kathedraal en het Real Alcazar. De rondwandeling begint bij de oude stadsmuur van Sevilla. We lopen door smalle geplaveide straatjes en langs gezellige terrasjes. We zien overdekte patio’s, verscholen pleintjes, gebouwen met karakteristieke smeedijzeren tralievensters en een mooie fontein. De wandeling eindigt op Plaza del Triunfo. Het Alcazar en de kathedraal zijn prachtig verlicht. Helaas staat de Giralda deels in de steigers.
Plaza de España
Fontein in de joodse wijk Santa Cruz
Real Alcazar
Kathedraal en de Giralda
Giralda
Straatje in de Joodse wijk Santa Cruz
Omstreeks 23.00 uur gaan we weer terug naar het hotel.
Dag 3: Sevilla (maandag 21 oktober 2019) Vandaag gaan we naar Sevilla, de vierde stad van Spanje en de hoofdstad van de provincie. Sevilla is de warmste stad van Andalusië. Het regent er zelden. In de zomermaanden kan de temperatuur oplopen tot 45 graden. Boven de smalle winkelstraatjes hangen witte doeken om de mensen te beschermen tegen de brandende zon.Sevilla is een compacte stad met een rijke geschiedenis. Van het vertrek van Christoffel Columbus in 1492 tot de wereldtentoonstelling van 1992 heeft Sevilla haar plaats in de geschiedenis veroverd. De meeste bezienswaardigheden liggen in of vlak bij het centrum op de linkeroever van de Guadalquivir. De stad telt vele architectonische juweeltjes, zoals Metropol Parasol, Torre del Oro, Plaza de Toros de la Maestranza, Casa de Pilatos, Plaza de España, het Real Alcazar (Koninklijk Paleis), de kathedraal en de Giralda. We vertrekken om 9.15 uur. Bij aankomst brengt Merijn ons naar Plaza de la Encarnación. Hier bevindt zich een hypermodern bouwwerk, Metropol Parasol genaamd. Metropol Parasol is ontworpen door de Duitse architect Jürgen Mayer en is in 2011 geopend. Wat een gaaf ding! Het bouwwerk bestaat uit paddenstoelachtige overkappingen met loopbruggen die een schitterend uitzicht over de stad bieden. Het golvende dak doet denken aan een honingraat. Deze houten constructie wordt vanwege haar vorm door de bewoners las setas (de paddenstoelen) genoemd. Metropol Parasol biedt veel schaduw. Voor € 3,- p.p. kan je het bouwwerk bezoeken. Uiteraard doen we dat! We gaan met een lift naar boven. Vervolgens volgen we het parcours. Het uitzicht is werkelijk prachtig! Ik fotografeer me suf. Aan het eind van de route strijken we neer op het terras om nog even van het mooie weer en het prachtige uitzicht te genieten.
TIP: Na je bezoek kun je beneden in een souvenirwinkeltje op vertoon van de kassabon een gratis ansichtkaart uitzoeken.
Vervolgens slenteren we (Janneke, Karin, Ingrid en ik) door Calle Luna, een leuk winkelstraatje. Veel winkeltjes staan helemaal in het teken van de flamenco. In de etalages zien we flamencojurken- en schoenen, waaiers, castagnetten en gitaren. Ook brengen we een kort bezoek aan Centro Cultural Flamenco (Calle Luna 6). Het is niet alleen een traditionele expositieruimte, maar ook een podium voor flamenco-uitvoeringen.
Daarna gaan we naar Plaza del Salvador om de barokke gevel van Iglesia del Salvador te bewonderen.
Nu is het tijd voor de lunch! We gaan op zoek naar een leuk eettentje. Blijkbaar voor Spanje een vreemd tijdstip, want er is nergens een eenvoudige maaltijd te verkrijgen. Dus kopen we maar ergens een belegd broodje.
Om 13.15 uur moeten we verzamelen op Plaza de Pilatos. Onder leiding van een gids (Giel) bezoeken we Casa de Pilatos, het onderkomen van de hertogen van Medinaceli. Dit mooie paleisje is een combinatie van de Moorse mudéjastijl en de Italiaanse renaissance. Casa de Pilatos zou lijken op het huis van Pontius Pilatus in Jeruzalem. Door de jaren heen zijn er verschillende films opgenomen, waaronder Lawrence of Arabia, Conquest of Paradise, Kingdom of Heaven en Knight and Day.
Via de marmeren entree lopen we naar de fraai gedecoreerde binnenplaats met in het midden een fontein. In elke hoek staat een Romeins beeld, onder meer Minerva, een dansende muze van Ceres en een Grieks beeld van Athene. De binnenplaats wordt omringd door arcades en verschillende kamers. In de bijna lege kamers zie je rijkversierde cassetteplafonds en een heleboel azulejo's (geglazuurde keramiektegels). Ik geniet volop van de prachtige Moorse architectuur. De tuinen zijn voor het publiek afgesloten. Je moet achter de touwen blijven.
Cassetteplafond
Cassetteplafond
Azulejo's
Azulejo's
De details zijn geweldig!
Romeins beeld
Casa de Pilatos doet me een beetje denken aan het drukbezochte Real Alcazar (Koninklijk Paleis). Casa de Pilatos is kleinschaliger, maar minstens zo mooi. Bovendien is het er een stuk rustiger. Er mogen maar 100 mensen per uur naar binnen. Hier kom je geen hordes toeristen tegen. Heerlijk! Kortom een schitterende plek voor de fotografen onder ons.
Tot slot lopen we met de gids door een wirwar van witte straatjesnaar de kathedraal. De kathedraal van Sevilla is de grootste gotische kathedraal ter wereld. De entree is niet gratis, vrij duur zelfs (€ 9,- p.p., inclusief beklimming van de Giralda-toren). Via Patio de los Naranjos betreden we de kathedraal. In Moorse tijden wasten de bezoekers voor het bidden hun handen en voeten in de fontein onder de sinaasappelbomen. In Andalusië zie je ontzettend veel knusse pleintjes met sinaasappelbomen. Lekker relaxen onder de sinaasappelbomen. Wie wil dat nou niet? De heerlijk geurende sinaasappelbomen geven je meteen het ultieme vakantiegevoel.
Moorse toegangspoort Patio de los Naranjos
Giralda-toren
Zonnewijzer
Detail kathedraal
Detail kathedraal
Detail kathedraal
De kathedraal is gigantisch: 126 meter lang, 43 meter hoog en 83 meter breed. De Giralda is de prachtig bewerkte 97,5 meter hoge toren van de kathedraal. Bovenop de toren prijkt een beeld van Giradillo. Vroeger was het de minaret van de grote moskee. Tegenwoordig doet de oude minaret dienst als klokkentoren.
Het interieur van de kathedraal is heel indrukwekkend. Veel pracht en praal!
De hoogtepunten van de kathedraal zijn toch wel het retabel achter het hoofdaltaar en het praalgraf van Columbus. De kist wordt gedragen door vier ridders, van wie de klederdracht de vier Spaanse koninkrijken (Aragón, Castille, León en Navarra) vertegenwoordigt. De meest linkse draagt een roeispaan en symboliseert de ontdekking van Amerika. Een andere ridder draagt een kruis, symbool van het zegenvierende christendom. Christoffel Columbus is waarschijnlijk de enige met twee graven, één in Sevilla en één in Santo Domingo, waar hij voor het eerst voet op Amerikaanse bodem zette.
Het retabel is wellicht het opvallendste kunstwerk van de kathedraal: maar liefst 220 vierkante meter uit hout gesneden reliëfpanelen, die later verguld zijn. In het midden bevindt zich het beeld van Santa Maria de la Sede, omgeven door 44 uit hout gesneden voorstellingen uit het leven van Christus en Maria. Het retabel is deels gemaakt door de Vlaamse houtsnijder Peter Dancart. Hij werkte maar liefst 44 jaar aan de reliëfs, beginnend in 1482. Na zijn dood is dit prachtige altaarstuk voltooid in 1526. Achter een hoog smeedijzeren hekwerk kun je het retabel bewonderen.
Detail retabel: beeld van Santa Maria de la Sede
Detail retabel
Detail retabel
Detail retabel
Ook de glas-in-loodramen zijn schitterend.
De zijkapellen zijn gevuld met kunst.
Na het kathedraalbezoek hebben we vrije tijd. Om 18.00 uur worden we opgehaald op het verkeerspleintje Puerta de Jerez.
Ik ga met Janneke, Karin en Ingrid naar Plaza de España. Ligt ten zuiden van het stadscentrum. Vanaf de kathedraal is het ongeveer 15 minuten lopen. We volgen de trambaan om daar te komen. We passeren de Koninklijke Tabaksfabriek, nu de universiteit van Sevilla. Daarna wijst het zich vanzelf. Al snel zien we één van de 80 meter hoge hoektorens van Plaza de España opdoemen. Plaza de España is gelegen aan de rand van het romantische park “Parque Maria Louisa” en behoort tot de sterattracties van de stad. Toch weten weinigen dat dit plein ooit de publiekstrekker was van de Wereldexpositie van 1929. De meeste mensen kennen alleen de peperdure Expo van 1992. Vandaag de dag worden de gebouwen rond het plein merendeels gebruikt door de overheid. Dit fotogenieke plein moet je gewoon gezien hebben. Je kunt er heerlijk zitten, genieten van optredens van straatartiesten of lekker ronddobberen in één van de roeibootjes in de gracht. Het is er erg toeristisch. Het halvemaanvormige plein is immens. Midden op het plein staat een fontein. Paardenkoetsjes rijden er af en aan. Ik kom ogen tekort. Er is zoveel moois te zien! Het gebouw rond het plein bestaat uit een lange galerij met okerkleurige bakstenen bogen en wordt geflankeerd door twee 80 meter hoge hoektorens. De bovenste galerij is toegankelijk voor het publiek. Vanaf hier kun je mooie overzichtsfoto’s maken. Geheel onderaan de gebouwen vind je bankjes met 52 tegelmozaïeken. De azulejo’s beelden gebeurtenissen uit van elke Spaanse provincie. Ook de bruggetjes over de gracht zijn met azulejo’s versierd. De 4 sierlijke bruggen symboliseren de 4 Spaanse koninkrijken: Castilla, Aragón, León en Navarra. Misschien een leuk weetje… Plaza de España is af en toe het decor voor filmopnamen. Het plein diende als filmset voor Lawrence of Arabia, The Dictator en Star Wars: Episode II - Attack of the Clones.
We hebben geluk, op verschillende plaatsen treden er straatmuzikanten en flamencodanseressen op.
Karin ziet het niet zitten om nog langer in Sevilla te blijven, dus brengen we haar terug naar de opstapplaats. Zodra de bus er is, gaan we weer verder. We willen nog een bezoekje brengen aan Torre del Oro, Plaza de Toros de la Maestranza en een boottochtje maken op de rivier de Guadalquivir.
Torre del Oro is gelegen aan de rivier de Guadalquivir. Het is een mooie gekanteelde Moorse toren uit de 13e eeuw. Je kunt de toren ook van binnen bekijken. Maar waarom? In de toren is een klein scheepvaartmuseum gehuisvest.
Vanaf Torre del Oro lopen we via de mooi aangelegde promenade naar de arena. Het is ongeveer 5 minuten lopen, een heerlijk wandelingetje langs het water. We willen alleen de buitenkant van de arena bewonderen. Plaza de Toros de la Maestranza is de grootste arena van Spanje. De beroemde 18e eeuwse arena van Sevilla stond model voor vele andere Plazas de Toros. De kleuren van de barokke gevel zijn: wit, oker en bloedrood. In Sevilla worden jaarlijks ongeveer 30 corrida’s (stierengevechten) gehouden, tussen Pasen en oktober, meestal op zondag. Elke torero (stierenvechter) wil hier tenminste eenmaal in zijn leven voor 14.000 toeschouwers optreden. Voordat stierenvechters de arena betreden, gaan ze naar de kapel om te bidden. Er zijn goedkope plaatsen in de zon en dure plaatsen in de schaduw. Op dagen dat er geen stierengevechten plaatsvinden, zijn er dus rondleidingen. De stierenarena en het museum mag je niet op eigen gelegenheid bezoeken. Dit dien je met een gids te doen. Ik ben anti stierenvechten maar het maakt wel deel uit van de Spaanse cultuur. Als je dit museum bezoekt leer je ook de ware achtergrond kennen. De heldenmoed die nodig is om een gevecht met een stier aan te gaan. Je krijgt hier een goede indruk van de historie van deze barbaarse Spaanse traditie.
We besluiten een boottochtje te maken. De rondvaartboten vertrekken meerdere keren per dag vanaf de kade net ten noorden van Torre del Oro (Gouden Toren), aan de Paseo Alcalde Marqués del Contadero. De boottocht duurt een uur en kost € 18,- p.p. Om 19.00 uur gaan we aan boord, een uur voor zonsondergang. Het beste moment om ’s avonds te fotograferen. Vooral bij het vallen van de avond is het uitzicht op de skyline fantastisch. De gebouwen kleuren dan goudgeel. Ook het “blauwe uurtje” wil ik niet missen, het voegt iets extra’s toe aan je foto’s. Helaas is het “blauwe uurtje” in de praktijk eerder een blauw kwartiertje. Wanneer de zon nog maar net onder is, kleurt de lucht intens blauw voordat de lucht pikzwart wordt. Dit in combinatie met verlichte gebouwen, levert mooie plaatjes op. We zien veel kanovaarders, een wandelpromenade met palmbomen, verschillende bruggen, Pabellón de Argentina, Teatro de la Maestranza, Plaza de Toros de la Maestranza, de voormalige zigeunerwijk Triana en Torre Sevilla, de hoogste wolkenkrabber van Andalusië.
Wandelpromenade nabij de afvaartplaats voor de rondvaartboten
Rondvaartboot
Pabellón de Argentina
Wandelpromenade langs de Guadalquivir
Torre Sevilla en Puente de Isabella II
Torre del Oro
Aansluitend gaan we dineren in de Joodse wijk, waar we de avond daarvoor tijdens de lichtjestour hebben rondgewandeld. We bestellen Tortilla de Patatas (Spaans omelet), een dik omelet bestaande uit eieren en aardappelen. Mede door de straatgitariste heerst er een gezellige sfeer.
Daarna lopen we naar Puerta de Jerez. Hier bevindt zich een taxistandplaats. Omstreeks 22.30 uur gaan we met de taxi terug naar het hotel. In Spanje is het openbaar vervoer niet duur. Voor een taxiritje van Sevilla naar Sancular betalen we € 32,-
Dag 4: Córdoba (dinsdag 22 oktober 2019) Om 8.45 uur rijden we richting Córdoba. Onderweg maken we een koffiestop in een natuurgebied waar veel ooievaars leven. In de buurt van Écija leeft een grote ooievaarskolonie. Volgens Merijn kan een ooievaarsnest tot 500 kilo wegen.
Omstreeks 10.30 uur komen we aan in Córdoba. De bus stopt op de kade aan de zuidoever van de Guadalquivir, in de buurt van de Moorse toren Torre de la Calahorra. Om 16.30 uur worden we hier weer opgehaald.
Córdoba ligt aan de noordoever van de Guadalquivir en behoort met Sevilla en Granada tot de drie grootste steden van Andalusië. Córdoba is de stad van de tolerantie, de smeltkroes van de culturen. Moslims, joden en katholieken leefden hier lange tijd in vrijwel perfecte harmonie. De moskee-kathedraal met de rood-witte bogen symboliseert de enorme rijkdom van de Spaans-islamitische beschaving. Het hart van Córdoba wordt gevormd door de joodse wijk, de Juderia. Het is heerlijk dwalen door de smalle straatjes met witgekalkte muren en prachtige patio's vol bloemen en keramiek.
Torre de la Calahorra
Puente Romano en de Mezquita
Via de 240 meter lange Puente Romano lopen we naar de historische binnenstad. Puente Romano is een Romeinse stenen voetgangersbrug die de twee stadsdelen met elkaar verbindt. Aan het eind van de brug staan we oog in oog met de Mezquita, de wereldberoemde moskee-kathedraal. Hier hebben we afgesproken met de stadsgids (Engelstalig). Allereerst maken we een wandeling door de joodse wijk, de oudste wijk van de stad. De joodse wijk is gelegen rond de Mezquita en is sinds de Moorse tijd amper veranderd. Net als vele andere toeristengroepen met gids, lopen we in een moordend tempo door de smalle witte straatjes. We zien prachtig siersmeedwerk, bloemrijke patio’s, restaurantjes, tapasbarretjes en souvenirwinkeltjes. We bezoeken onder meer de binnenplaats van Museo Taurino, waar een groot beeld van een stier staat. En de oude synagoge, gebouwd in mudéjarstijl. Hebreeuws schrift bedekt de binnenmuren van de synagoge. Een twintigtal meters verderop in de Calle Judios staat op de kleine Plaza de Tiberiades een prachtig bronzen beeld van Maimonides. De in Córdoba geboren en getogen Maimonides was rabbijn, filosoof en arts. Vervolgens gaan we naar Zoco, een soek die te bereiken is via de bakstenen bogen en een smalle steeg. Rond twee patio’s zijn uiteenlopende ambachten vertegenwoordigd (leder, houtsnijwerk, zilveren sierraden). Leuk, maar niet meer dan dat. We bezoeken een heel leuk winkeltje "Mervan" met lederwaren, zoals tassen, riemen en portemonnees. Maar er zijn ook prachtige lederen schilderijen met Moorse prints te koop. Het zijn ware kunstwerken! Tot slot lopen we via Calleja de las Flores, een smal straatje dat uitbundig is versierd met allerlei bloempotten, naar een knus pleintje.
Sfeervol straatje in de Juderia
Juderia
Bronzen beeld van Maimonides
Moorse toren
Lederwarenwinkeltje Mervan
Lederen schilderij met Moorse print
Lederen schilderij romeinse brug en de Mezquita
Patio lederwarenwinkeltje Mervan
Juderia
Zoco
TIP: Córdoba staat bekend als stad van de patio's. Je ziet er ontzettend veel witgekalkte gevels en prachtige patio's met geraniums in blauwe potjes. Als je naar Córdoba gaat, is mei de beste maand. De meimaand wordt niet voor niets de bloemenmaand genoemd. Elk jaar vindt in de maand mei "La Fiesta de los Patio's" plaats. Tijdens het festival stellen de lokale bewoners met trots hun prachtige bloemrijke patio's open voor het publiek. De binnenplaatsen zijn dan ware bloemenparadijzen. Aan het festival is uiteraard een wedstrijd verbonden. Een wedstrijd waarin de mooiste patio's worden bekroond. Die traditie prijkt sinds 2012 op de lijst van immaterieel erfgoed van Unesco.
Nu is het tijd om het hoogtepunt van de stad te bezoeken, de Mezquita. De combinatie van een kerk en een moskee is echt uniek. De buitenkant geeft je het gevoel in een Arabisch land te zijn. De binnenkant is een wonderbaarlijke mengeling van Moorse en katholieke bouwkunst. Een entreekaartje kost € 10,- p.p.
Via Patio de los Naranjos lopen we naar de hoofdingang van de Mezquita. Op de binnenplaats groeien veel sinaasappelbomen. Tussen de sinaasappelbomen zie je smalle, door de Arabieren gegraven irrigatiekanaaltjes. Vanaf de patio kun je Torre del Alminar heel goed zien. De 93 meter hoge klokkentoren staat op de plaats van de minaret.
Torre del Alminar
Deurklopper toegangspoort Patio de los Naranjos
We beginnen in de moskee en eindigen in de kathedraal. Na de verovering van Córdoba werd een deel van de moskee verwoest om plaats te maken voor een kathedraal. De kathedraal werd in het hart van de moskee geplaatst.
Als eerste komen we in de gebedsruimte, een woud van 856 zuilen met rood-witte bogen. Heel bijzonder zijn de zuilen van graniet, jaspis en marmer, die het dak dragen. We wandelen door een labyrint van zuilen, dubbele bogen en hoefijzerbogen. Er lijkt geen eind aan te komen.
In het hart van de moskee bevindt zich de mascura en de mihrab, de heiligste plek van het gebouw. De mihrab (gebedsnis) is geheel versierd met bewerkt marmer. De koepel is ingelegd met veelkleurig mozaïek. De rust van de moskee en de overdaad van de kerk komen hier samen. De sfeer heeft iets magisch.
Mascura
Mihrab
Koepel mihrab
Detail mihrab
Detail mihrab
Rijkelijk versierd plafond in de gebedsruimte
Links van de mihrab bevindt zich de Santa Teresa-kapel, een barokkapel met het graf van Salazar in zwart en wit marmer, omgeven door engelen en klaagvrouwen en enkele schilderijen.
Tot slot bewonderen we het barokke altaar en de mahoniehouten koorbanken. Ook het orgel, de plafonds en het glas-in-lood raam zijn echte blikvangers.
Mahoniehouten koorbanken
Detail koorbanken
Plafond kathedraal
Plafond kathedraal
Detail orgel
Kleurrijk glas-in-lood raam
Na het bezoekje aan de Mezquita kunnen we doen en laten wat we willen. Córdoba is meer dan alleen de Mezquita. Er is nog genoeg moois te ontdekken. Met Janneke ga ik naar Alcázar de los Reyes Cristianos, ligt op ongeveer 10 minuten lopen van de Mezquita. Het versterkte paleis dat in de 14e eeuw werd gebouwd, is gelegen in een fraai park met waterterrassen en fonteinen. Hier ontvingen de katholieke koningen (Isabella en Ferdinand) in 1486 Columbus, waaraan een beeldengroep in de tuinen herinnert. Het Alcazar stelt niet veel voor, maar de tuinen daarentegen zijn prachtig! Zelfs in oktober staan er nog aardig wat bloemen in bloei. We slenteren langs verschillende waterpartijen en door romantische lanen met aan weerzijden metershoge cipressen. Ook ontbreekt het niet aan sinaasappelbomen, granaatappelbomen en palmbomen. In het park heerst een serene rust.
Alcazar
Granaatappels
Sinaasappels
Grillige boomwortels
Fraaie waterterrassen met het Alcazar op de achtergrond
Alcazar
Romantisch cipressenlaantje
Beeldengroep van Isabella, Ferdinand en Columbus
Mooi aangelegd park
Hibiscus
Aangezien we nog niet geluncht hebben, gaan we snel op zoek naar een bakkerij of iets dergelijks voor een snelle hap. Het is even zoeken, maar uiteindelijk vinden we een Moors eettentje waar take away pizza’s verkrijgbaar zijn.
Om 17.30 uur rijden we naar het overnachtingshotel in Andújar, een uur later dan de bedoeling was. Jack had zich vergist in de tijd... Hotel del Val is gelegen op een industrieterrein, vlak bij de snelweg. Nadat ik mijn koffer in de hotelkamer heb gedropt, ga ik met een paar reisgenootjes naar de supermarkt. De Carrefour ligt tegenover het hotel.
Bij terugkomst in de hotelkamer wil ik mijn jas ophangen in de kast in het halletje. Ik doe de deur open en zie tot mijn grote schrik de badkamer van mijn buurvrouw. Huh? Zoiets verwacht je toch niet?! Blijkt het een tussendeur te zijn… Ik wist helemaal niet dat ik een familiekamer had! Vreemd dat je zo de kamer van een ander binnen kunt stappen. De deur zat niet op slot.
Om 20.30 uur diner.
Dag 5: Ubeda en Baeza (woensdag 23 oktober 2019) Vandaag bezoeken we Ubeda en Baeza. Deze stadjes liggen dicht bij elkaar en staan beide op de Werelderfgoedlijst van Unesco. De oude stadskern van de renaissancestadjes bestaat uit smalle straatjes en zandkleurige gebouwen. Ubeda en Baeza worden nog niet overspoeld door toeristen. Om 8.45 uur rijden we richting Ubeda, waar we omstreeks 9.30 uur aankomen. Ubeda is een mooi stadje op een hoogte van 757 meter dat uitkijkt over een uitgestrekt heuvellandschap en olijfgaarden. We maken een korte stadswandeling door het historische stadje en bezoeken een museumpje “Casa Museo Arte Andalusie”. Het huis uit de 15e eeuw heeft een mooie patio. Overal vind je objecten van de Arabische, Joodse en Christelijke cultuur. Het betreft een privécollectie. Veel "ouwe meuk", maar leuk om even rond te kijken. Oeps!, ik vrees dat Paco (eigenaar van het museum) dat niet leuk vindt om te niet horen. De collectie is ontzettend veel waard, maar je moet er van houden.
Het hoogtepunt van Ubeda is Plaza de Vázquez de Molina, in het hart van het historische centrum. Hier bevinden zich de meeste bezienswaardigheden, zoals Palacio de las Cadenas, Iglesia de Santa Maria de los Reales Alcázares, Antiguo Pósito (vroeger een graanopslag, nu het politiekantoor), Palacio del Dean Ortega (nu een parador) en Iglesia del Salvador. Stenen leeuwen bewaken het Palacio de las Cadenas. Het was eerst een klooster, daarna een gevangenis en sinds 1868 dient het gebouw als gemeentehuis. De tegenover gelegen Iglesia de Santa Maria de los Reales Alcázares is gebouwd op de overblijfselen van een vroegere moskee. Deze ietwat sobere 13e eeuwse kerk heeft twee mooie klokkentorens. Voor het politiekantoor “Antiguo Pósito” staat een bronzen standbeeld van de Spaanse architect Andrés de Vandelvira. Hij heeft vele monumenten in Ubeda ontworpen. Het opvallendste monument is Iglesia del Salvador. De gevel is rijkelijk bewerkt. Helaas zijn er stukken van de stenen gevelbeelden afgebrokkeld. Een beetje vergane glorie... De meeste gebouwen zijn niet toegankelijk voor het publiek en alleen aan de buitenkant te bewonderen. Aan het eind van het plein heb je een schitterend uitzicht over de olijfgaarden.
Standbeeld van de Spaanse architect Andrés de Vandelvira
Stenen leeuwen bewaken het Palacio de las Cadenas
Palacio de las Cadenas
Antiguo Pósito
Iglesia de Santa Maria de los Reales Alcázares
Detail Iglesia de Santa Maria de los Reales Alcázares
Detail Iglesia del Salvador
Detail Iglesia del Salvador. Beetje vergane glorie...
Iglesia del Salvador
Detail Iglesia del Salvador
Om 11.30 uur rijden we naar zusterstad Baeza, waar we omstreeks 12.00 uur aankomen. Baeza ligt op 48 kilometer ten noordoosten van Jaén, in het hart van het rijk der olijfbomen. Onderweg vertelt Merijn een halfuur lang over olijven. De provincie Jaén staat wereldwijd bekend als de bakermat van de beste olijfolie van Andalusië en heel Spanje. Haar olijfbomen zorgen voor de helft van de totale productie van olijfolie in Spanje en 20% van de totale productie van olijfolie in de wereld. Olijfolie is een van de belangrijkste exportproducten van Spanje. De mooiste boomgaarden bestaan uit oude bomen. Olijfbomen zijn te herkennen aan de mooie knoestige stammen. De bladeren zijn donkergroen van boven en zilvergrijs van onderen. De olijfboom behoudt ’s winters zijn blad. Een boom geeft tussen zijn 20e en 35e jaar de meeste olijven. De bomen staan allemaal keurig in een rij, een meter of 10 uit elkaar. De oude bomen worden elke twee jaar gesnoeid. De olijfboom bloeit in mei en eind juni zijn er al olijfjes te zien. Eind september begint het rijpingsproces. De olijven verkleuren langzaam van groen, naar bruin en in december zijn ze helemaal zwart. De olijven worden geoogst van november tot februari. Bij voorkeur ’s nachts, omdat bij koelere temperaturen de aroma’s beter behouden blijven. Meestal worden de olijven geoogst op de ouderwetse manier: handmatig! Door met stokken in de boom te slaan of met een kam waar ze olijven mee uit de boom harken. Onder de boom wordt een net gelegd om de olijven op te vangen.
Olijfgaarden
Ook in Baeza maken we een korte stadswandeling. We lopen door smalle, geplaveide straatjes die ons langs bouwwerken uit de renaissance voeren. Al snel begint het te regenen. Merijn laat ons de meest interessante plekjes zien, zoals Palacio de Jabalquinto. Dit voormalige 15e eeuwse paleis van Juan Alfonso de Benavides heeft een mooie gevel met acht wapenschilden en sierlijke met bloemmotieven versierde gotische ramen. Tegenwoordig is de universiteit van Baeza er gehuisvest.
Vervolgens brengen we een bezoekje aan het tegenover gelegen romaanse kerkje “Iglesia de Santa Cruz”. Van de romaanse kerken is dit de enige die in Baeza bewaard is gebleven. Ja, zelfs de enige van Andalusië! Het interieur is eenvoudig. De blikvanger is het koor dat versierd is met fresco’s uit de 15e eeuw, die helaas wat vervallen zijn.
Aansluitend bezoeken we het nabij gelegen museumpje “Cofradia de la Santa Vera Cruz”. Hier staat alles in het teken van de Semana Santa, de Heilige Week - de week voor Pasen. In het museum zien we onder meer pasos en attributen die tijdens de Semana Santa worden gebruikt. Maar ook de kostuums die de nazarenos (boetelingen) dragen. De lange gewaden en punthoeden zien er best angstaanjagend uit. Bij het zien van de kostuums denk ik meteen aan de Ku Klux Klan. Dat is niet zo verwonderlijk, want soortgelijke kostuums werden door de leden van de Ku Klux Klan gebruikt. Misschien een leuk weetje... De Ku Klux Klan nam de gewaden over van de boetelingen en is veel later ontstaan.
Vaandel
Loodzware troon
Loodzware troon
Detail troon
Angstaanjagend kostuum nazarenos
Tot slot wordt er een korte film van een processie getoond. Heel indrukwekkend om te zien. Alle processies beginnen en eindigen in de kerk waar de broederschap bij hoort. Tijdens de processies worden pasos (tronen met heiligbeelden) door de straten van de Andalusische steden gevoerd. Elk broederschap draagt een tweetal tronen; de eerste toont een beeld van Jezus Christus en de tweede de rouw van de Heilige Maagd Maria. De loodzware pasos worden gedragen door de leden van de broederschappen, die sostaleurs worden genoemd. Afhankelijk van het gewicht zijn er 20 tot 50 dragers nodig. Ze lopen onder de tronen met heiligbeelden en zijn aan het zicht onttrokken, door de doeken die langs de zijkant van de pasos hangen. Het enige wat je kunt zien zijn hun voetjes. Ze worden begeleid door nazarenos, de boetelingen, gehuld in lange gewaden en punthoeden. Hun gezicht is grotendeels bedekt. Daarnaast dragen de nazarenos meestal kaarsen, houten kruisen of andere religieuze voorwerpen, afhankelijk van hun positie in de processie. Vanaf een balkon of uit het publiek worden vaak saetes (religieuze klaagliederen) gezongen als er een Mariabeeld langs komt. Dit gezang heeft alles te maken met het tonen van respect en om uiting te geven aan de bijzondere, zeer diepgevoelde religieuze toewijding die de mensen voelen voor Pasen. In veel Andalusische steden wordt tegenwoordig de Semana Santa uitbundig gevierd. Vroeger pijnigden de Spanjaarden zichzelf voor hun zonden. Dit is de oorsprong van de processies.
Vervolgens lopen we naar Plaza Santa Maria. Hier bevindt zich de kathedraal van Baeza. In het midden van het plein staat een mooie fontein in de vorm van een triomfboog, Fuente de Santa Maria. De stadswandeling eindigt op Plaza del Populo, wordt ook wel Plaza de los Leones genoemd. Een authentiek pleintje met een mooie poort en een fontein met elementen uit de Romeinse ruïnes. De Fuente de los Leones is een fontein met een Ibero-Romeins beeld, geflankeerd door leeuwen.
Plaza Santa Maria
Karakteristiek straatje
Plaza del Populo
Om 13.30 uur gaat het grootste deel van de groep Spaanse hapjes eten. Voor vegetariërs is er niet veel, dus ga ik met Janneke, Karin, Ingrid en Ingrid op zoek naar een leuk eettentje, waar ook tapas verkrijgbaar is. Zelf houd ik niet zo van tapas, daarom bestel ik een of ander paddogerecht. Wat overigens geen succesnummer is! Ik had een ei met champignons verwacht. Blijken het andere paddenstoelen te zijn…
Eerlijk gezegd ben ik niet zo gecharmeerd van deze renaissancestadjes. Persoonlijk vind ik Ubeda mooier dan Baeza.
Om 15.30 uur rijden we naar het hotel in Santa Fé, waar we 3 nachten zullen verblijven. Ligt op ongeveer 10 kilometer van het centrum van Granada. Hotel Capitulaciones ligt aan de snelweg op ongeveer 550 meter van het dorpje. Vanaf het parkeerterrein zien we de besneeuwde bergtoppen van de Sierra Nevada.
Om 20.00 uur diner.
Dag 6: Granada (donderdag 24 oktober 2019) Vandaag bezoeken we Granada, de stad met de schilderachtige ligging. De stad ligt op 738 meter hoogte, aan de voet van het Sierra Nevada gebergte. Ondanks de zuidelijke ligging wordt het er ’s winters behoorlijk koud. De zomers zijn heet en droog. Granada ligt aan de samenvloeiing van drie rivieren: de Beiro, de Darro en de Genil, tussen de vlakte van Vega en de Sierra Nevada. Granada is na Sevilla, Málaga en Córdoba de vierde stad van Andalusië. Het is één van de belangrijkste Spaanse studentensteden. De universiteit is in de 16e eeuw gesticht door Karel V. De topattractie van Granada is het wereldberoemde Alhambra, een indrukwekkend paleizencomplex. Het is het drukst bezochte monument van Spanje. De enorme vestiging is gebouwd op een heuvel boven de stad. Met op de achtergrond de bergtoppen van de Sierra Nevada. Het Alhambra staat op de Werelderfgoedlijst van Unesco. Naast het Alhambra vind je hier nog veel meer mooie en bijzondere bezienswaardigheden, zoals de kathedraal, de koninklijke grafkapel en de Alcaiceria markt. Op de heuvels tegenover het Alhambra liggen twee bijzondere wijken: Albaicin en Sacromonte.
Alhambra
Alcazaba
Een bezoek aan het Alhambra met de bijbehorende tuinen mag natuurlijk niet ontbreken. Het Alhambra wordt jaarlijks overspoeld door twee á drie miljoen bezoekers. Daarom werkt het Alhambra met twee tijdsloten waarin je het paleizencomplex kunt bezoeken. Dit is van 8.30 – 12.00 uur en van 14.00 - 18.00 uur. TIP: Vooraf entreekaartjes bestellen is een must. Het is niet verstandig om op de bonnefooi te gaan. Per dag wordt een beperkt aantal bezoekers binnengelaten. Als je zelf het Alhambra wilt bezoeken, kun je de entreekaartjes kopen via de officiële website. Kies voor een General ticket, dan zie je het Alcazaba, de Nasriden paleizen en de tuinen. Een entreekaartje kost € 14,85 p.p. Op het entreekaartje staat je naam en de gekozen tijd van het bezoek vermeld. Op drie plaatsen wordt het ticket gecontroleerd. Bij een steekcontrole moet je ook je paspoort laten zien.
Om 8.00 uur gaan we naar Granada. Het is nog donker en het regent. Om de grote drukte voor te zijn brengen we om 8.30 uur een bezoek aan het Alhambra. Merijn heeft de entreekaartjes vooraf gereserveerd. Voor groepen gelden namelijk strenge aanmeldingsreglementen. Bij de entree van het Alhambra staan de gidsen op ons te wachten. Bij groepen groter dan 30 personen gaan er twee gidsen mee. De tweede gids moet de groep bij elkaar houden. Normaal gesproken geeft de tweede gids ook rondleidingen. Ook is het gebruik van een headset verplicht. Hiervoor moet je € 1,50 p.p. betalen. De rondleiding duurt ongeveer drie uur, inclusief een bezoek aan de schitterende tuinen.
Het Alhambra is niet één gebouw, wat vaak gedacht wordt. Het bestaat eigenlijk uit drie delen (met elk een apart toegangsticket). Het bezoek omvat het Alcazaba, de Nasriden paleizen en de paleistuinen (Generalife). De Nasriden bouwden het Alhambra. Daarnaast ligt het Alcazaba, een fort dat een fantastisch uitzicht biedt op de Moorse wijk Albaicin. Toen Spanje werd heroverd door de katholieken, werden de Nasriden verdreven. Later werd het fraaie renaissancepaleis van Karel V toegevoegd.
De schoonheid van het Alhambra is adembenemend. Het is echt een sprookjespaleis uit duizend-en-één nacht. Persoonlijk vind ik de Nasriden paleizen het mooist. Drie paleizen vormen het hart van het Alhambra. Deze paleizen zijn opgetrokken rond drie patio’s. We bezoeken verschillende zalen, de één nog mooier dan de ander. De details zijn geweldig! In de zalen zie je onder meer mooie Moorse Mudéjarbogen en ragfijn stucwerk. Kijk ook regelmatig omhoog, want dan zie je de meest weelderige plafonds in Nasrid- en Mudéjarstijl.
Toegangspoort
Alcazaba
Detail in Sala 1
De beroemde tegeltjes in Sala 1
Cassetteplafond in Sala 2
Detail cassetteplafond in Sala 2
Patio de los Leones (Leeuwenhof) is één van de mooiste plekken in het Alhambra. In het midden staat de beroemde marmeren fontein, die door twaalf leeuwen gedragen wordt.
Palacio de Comares was het paleis van de sultan en is gebouwd rond Patio de los Arrayanes. Patio de los Arrayanes is ook een lust voor het oog. Deze rechthoekige patio heeft koninklijke allures. In het lange, smalle waterbassin weerspiegelt Torre de Comares. Weerspiegelingen in het water stonden centraal in de Moorse architectuur.
Patio de los Arrayanes
Palacio de Comares
In Sala de los Abencerrajes is een prachtig stervormig plafond te zien. Een knap staaltje stucwerk!
Door de grote hordes toeristen verliest het paleizencomplex wel charme. In de zalen staan drommen mensen zich te vergapen aan al het moois. Fotograferen valt niet mee. Er staan steeds mensen in beeld. Mooie doorkijkjes kan je wel vergeten. Zucht! Bovendien moet je continu de groep in de gaten houden. Als je even niet oplet ben je de groep kwijt. Achter een gids aanlopen is niet mijn ding. Mijn voorkeur gaat altijd uit naar het zelf ontdekken, in mijn eigen tempo. Voordien even voorbereiden, zodat je alles kunt zien wat je wilt zien.
Voordat we de tuinen bezoeken, hebben we 20 minuten pauze. Ik breng snel een bezoekje aan het paleis van Karel V. Het renaissancepaleis valt uit de toon in de sprookjesachtige Arabische omgeving. Het vierkante gebouw is groot en plomp. Als je de sierlijke Nasriden paleizen hebt gezien is het contrast wel erg groot. Het ontwerp is eenvoudig; vierkant aan de buitenkant en rond aan de binnenkant. Alleen daarom al is Palacio Carlos V bijzonder. De cirkel verwijst naar het eeuwigdurende. Het vierkant vertegenwoordigt het aardse en de mens. Eerlijk gezegd vind ik de robuuste buitenkant mooier dan de binnenkant. De binnenkant lijkt op een arena.
Ingang van het Palacio Carlos V
Detail voorgevel
Interieur Palacio Carlos V
Detail buitengevel
Detail buitengevel
Via de terrastuinen Jardines del Partal lopen we naar de grote, groene paleistuinen. We vangen nog net een glimp op van Palacio del Partel. Het Generalife ligt hoger dan het Alhambra.
Jardines en Palacio del Partal
Prachtig uitzicht op het Alhambra
De naam Generalife is afkomstig van het Arabische Yannat al-Arif, een woord dat meerdere betekenissen heeft. Maar de leukste vertaling is wel: de tuin van het hemelse paradijs. Het Generalife was het buitenverblijf van de Nasridenkoningen. De sultans zochten hier rust en schaduw. We zien Patio de la Acequia en verschillende waterpartijen. Gewoontegetrouw hebben de Arabieren hier gezorgd voor een perfecte harmonie tussen water en planten. De tuinpaviljoenen liggen verspreid tussen vijvers en fonteinen. Ook staan er nog een aantal bloemen in bloei. Tja… oktober is niet de beste maand om tuinen te bezoeken. In de paleistuinen staan genoeg bankjes om even uit te rusten. Dit park is een oase van rust. Vanaf een uitkijkplatform hebben we prachtig uitzicht op het Alhambra en de omgeving. Een schaduwrijke weg brengt ons van het Generalife naar de uitgang.
Rustgevende waterpartijen
Patio de la Acequia
Na het bezoek aan het Alhambra gaan we lopend naar het centrum. Het is ongeveer 15 minuten lopen. We lopen via een wandelpad naar beneden dat uitkomt op Plaza Nueva. Onderweg passeren we een mooie fontein, een bronzen beeld van Washington Irving en een oude stadspoort. De oude stadspoort heet Puerta de las Granadas, vanwege de granaatappels die je bovenaan kunt zien.
Fontein
Puerta de las Granadas
Washington Irving
Als we in het centrum aankomen schijnt de zon. Merijn brengt ons naar Plaza de Bib-Rambla, waar we om 16.30 uur weer worden opgehaald. Plaza de Bib-Rambla is één van de bekendste pleinen van de stad. De bekende bezienswaardigheden, zoals de kathedraal, de koninklijke grafkapel en de Alcaiceria markt, liggen op een steenworp afstand. Dit plein ligt ook vlak bij de grote winkelstraten van Granada.
Op Plaza de Bib-Rambla ploffen we neer op een terrasje. We zijn moe en willen even bijkomen van alle indrukken. Daarna brengen we een bezoekje aan Capilla Real, de koninklijke grafkapel. Hier liggen de katholieke koningen (Isabella van Castilië en Ferdinand van Aragon) begraven. Ze heroverden de stad van de Moren en sponsorden de ontdekkingsreizen van Columbus. Ook hun dochter Johanna de Waanzinnige ligt hier samen met haar man Filips de Schone begraven. Toegangsprijs: € 5,- inclusief audiophone. Jawel, in het Nederlands! De audiotour duurt ongeveer 20 minuten. Helaas mag je er niet fotograferen. Als je zoveel moois ziet is dat best zuur. De katholieke koningen lieten deze grafkapel bouwen met de bedoeling te worden begraven in de stad die hun zoveel roem had bezorgd. Als eerste zien we het 16e eeuwse koorhek. Het koorhek scheidt de kapel van de grafruimte. In het midden staat een wapenschild van de katholieke koningen met aan weerszijden hun emblemen, het juk en de pijlen. In het dwarsschip bevinden zich twee rijkelijk versierde witmarmeren praalgraven, gemaakt door de Florentijnse beeldhouwer Domenico Fancelli. De praalgraven staan naast elkaar, boven op de crypte. Een praalgraf van koningin Isabella en koning Ferdinand. Isabella met het Santiagokruis op de borst, haar handen zijn gevouwen. Ferdinand draagt de Heilige Militaire Constantijnse Orde en een zwaard. Opvallend zijn de stenen hoofdkussens, die van Ferdinand is veel minder ingedrukt dan die van Isabella. De inwoners van Granada weten waarom: zij had meer hersens. En een praalgraf van hun dochter en schoonzoon. In de crypte onder de praalgraven worden in loden kisten de stoffelijke resten bewaard. De driedelige retabel van het hoogaltaar is een echte blikvanger.
Detail gevel Capilla Real
De kathedraal bewonderen we alleen aan de buitenkant. De voorgevel is heel indrukwekkend.
Ingang van de kathedraal
Detail gevel
Gevelsteen
Gevelsteen
Aansluitend gaan we naar de Alcaiceria markt. Ligt naast de kathedraal. In de Moorse tijd werd hier de zijdemarkt van Granada gehouden. Men verkocht hier zijden stoffen. Later is de Alcaiceria herbouwd en veranderd in een markt voor souvenirs, die met zijn steegjes, hoefijzerbogen en Moorse decoratie doet denken aan een oosterse soek. Ik waan me gewoon even in Marokko. Als je leuke souvernirs wilt scoren, is deze bazaar de ideale plek. Je ziet er veel sieraden, lederwaren, aardewerk, beschilderde borden, azulejo's (beschilderde tegeltjes) en oosterse lampjes. De winkels zijn geopend van 10.00 – 20.30 uur.
Vervolgens gaan we op zoek naar een leuk restaurantje om een hapje te eten. Ik bestel een pizza. Straatmuzikanten zorgen voor de vrolijke noot. Ze zingen vol overgave. Na de lunch lopen we via de winkelstraten terug naar Plaza de Bib-Rambla. Vanaf hier lopen we gezamenlijk naar de bus.
Vanavond gaan we naar een flamencoshow in een grot in de wijk Sacromonte. Deze zigeunerwijk met zijn typische grotwoningen en steile straatjes is gelegen op een heuvel, naast de Moorse wijk Albaicin. Volgens Merijn wonen er nog steeds veel zigeuners in de grotten van Sacromonte. In verschillende grotwoningen worden er 's avonds flamencoshows gegeven.
Om 19.00 uur diner.
Om 20.20 uur worden we opgehaald bij het hotel. Met minibussen worden we naar “Cuevas Los Tarantos” gebracht. De show begint om 21.00 uur en duurt ongeveer 90 minuten. Kosten: € 25,- inclusief een drankje naar keuze.
Bij binnenkomst zien we leuke zigeuner decoraties aan de wand. Het is een intieme setting. Je zit dicht bij de flamencodansers. De beste plaatsen vind je rond de dansvloer. Helaas is er geen plaats meer, dus moet ik plaats nemen op een van de vele kleine stoelen achterin de grot met zitplaatsen voor- en achter me. De stoeltjes zitten erg ongemakkelijk en er is nauwelijks beenruimte. Ook is er geen plaats om het drankje neer te zetten. Het enige wat je kunt doen is vasthouden. De flamencoshow is geweldig! Het is een wervelende show met veel dans, zang, handgeklap en gitaarmuziek. Vijf flamencodansers, twee mannen (bailaors) en drie vrouwen (bailaoras), voeren om de beurt een show op met veel kracht, passie en voetenwerk. Een wat oudere flamencodansers begeleidt zichzelf met houten castagnetten. Ze volgen het ritme van de gitaar en hun gevoel. De gitarist wordt begeleid door de zanger.
In Sevilla hadden we op Plaza de España al flamencodanseressen gezien. Hun optreden was veel lieflijker. Deze show is toch écht van een ander kaliber. Veel temperamentvoller met veel meer gestamp van de voeten van de dansers in hun hooggehakte schoenen op de vloer. Eigenlijk is flamenco best een lawaaiige dans.
Sevilla en Jerez de la Fronterea beweren beide de geboorteplaats van flamenco te zijn. Hoewel de theorieën over de herkomst van deze dans-, zang- en muziekstijl uiteenlopen, is men het over één ding eens: flamenco is ontstaan in Andalusië door een mengelmoes van culturen, waaronder de van oorsprong Moorse bevolking, joodse mensen en zigeuners. Waarschijnlijk hebben Roma de meeste invloed gehad.
Omstreeks 22.30 uur is de show afgelopen. We gaan meteen terug naar het hotel.
Dag 7: Alpujarras (vrijdag 25 oktober 2019) Vandaag staat een mooie tocht door de Alpujarras op het programma. Deze streek aan de zuidkant van de Sierra Nevada is bezaaid met witte dorpjes die tegen de steile berghellingen geplakt zijn. De Alpujarras strekken zich uit over de provincies Granada en Almeria en bestaan uit twee delen: de Alpujarra de Almeria en de Alpujarra Granadina, vandaar de meervoudsvorm. Door de geïsoleerde ligging en het berglandschap heeft het gebied een heel eigen karakter behouden. Tegenwoordig zijn de Alpujarras (van het Arabische al-bucharrat dat “weiden” betekent) vrij toeristisch.
Alpujarras
Alpujarras
Bergdorpje Capileira
Om 9.30 uur rijden we richting de Alpujarras. In de hoge Alpujarras, aan de wand van de Poqueira kloof liggen de dorpjes Pampaneira, Bubion en Capileira. Pampaneira is het mooiste dorpje van de drie. De dorpjes zijn trapsgewijs tegen de berg aangebouwd en liggen aan de voet van de 3395 meter hoge Pico del Veleta, de twee na hoogste berg van de Sierra Nevada. De dorpjes zijn van Moorse oorsprong en dat zie je terug in de smalle straatjes met witgekalkte kubusvormige huizen met platte daken en aparte schoorstenen. Op terrasvelden worden granaatappel-, amandel-, sinaasappel en olijfbomen, bonen, mais en aardappels geteeld. We genieten van de mooie bergpanorama's. Onderweg maken we een fotostop.
Omstreeks 10.30 uur stoppen we in het pittoreske witte dorpje Pampaneira. Pampaneira ligt op 1150 meter hoogte. Het dorp heeft ongeveer 400 inwoners. We mogen het dorpje op eigen gelegenheid verkennen. In de smalle straatjes lijkt het alsof de tijd er heeft stilgestaan. De straten tussen de huizen lopen vrijwel nooit recht; soms gaan ze ineens over in trappen of verdwijnen ze in kleine tunnels. In de straatjes hangen rode puntpaprika's te drogen. Plotseling gaat er een stroompje bergwater over ons pad heen. In een authentiek winkeltje zien we een ouderwets weefgetouw staan. In de Alpurarras zijn de mooiste geweven kleden te vinden. Ze worden in allerlei materialen en kleurstellingen gemaakt. Aardetinten gecombineerd met blauw zijn favoriet. In veel toeristenwinkeltjes worden streekproducten verkocht, zoals gedroogde vijgen, honing, geweven vloerkleden en beschilderde borden. Ook is er een klein chocolade atelier gevestigd. Op het centrale plein vind je gezellige restaurantjes en terrasjes. We gaan op een hoog gelegen terras zitten, met uitzicht op het dorpje Capileira met op de achtergrond besneeuwde bergtoppen.
Om 12.30 uur rijden we richting Pórtugos voor de lunch. Voordat de groep amandelsoep en vis gaat eten, brengen we een kort bezoek aan Fuente Agria, een ijzerhoudende bron die ons de eeuwige jeugd zou geven. De mensen komen van heinde en verre om het water te drinken. De bron is gelegen achter het witte kerkje aan de rand van het dorp. Een paar honderdmeter verderop, aan de andere kant van de weg, nemen we een kijkje bij de waterval El Chorreón. Eveneens oranje gekleurd. Voor het kerkje staan een aantal kraampjes met zelfgemaakte sieraden en streekproducten, zoals walnoten, tamme kastanjes, vijgen en amandelen. Janneke en ik gaan niet mee naar het restaurant, omdat we beiden vegetariër zijn. We besluiten het dorpje te verkennen. Vanaf Mirador de Pórtugus hebben we een schittterend uitzicht over de omgeving. Pórtugos is een dorpje met vrij moderne witte huizen. Sommige huizen zijn boven de smalle straatjes gebouwd, zoals de kasba’s in Marokko. Al snel belanden we op een mooi pleintje (Plaza de la Iglesia) met een kerkje. Hier gaan we op een bankje zitten om onze zelf meegebrachte lunch te nuttigen. Nou ja, lunch? Sultana’s!
Omstreeks 15.00 uur rijden we via een mooi stuwmeer terug naar Santa Fé. Bij het stuwmeer maken we een korte fotostop. Merijn heeft brood meegenomen om de vissen te voeren.
Om 17.15 uur zijn we weer terug in het hotel. De helft van de groep gaat naar het centrum van Santa Fé. Ik ga ook mee. We lopen langs de drukke snelweg naar de voetgangersbrug om zo in het centrum uit te komen. Het is ongeveer 10 minuten lopen. In het dorpje is niet veel bijzonders te zien. Alleen een mooi plein, Plaza de España. Het plein wordt gedomineerd door een indrukwekkende kerk “Iglesia de la Encarnacion”. Wat een drukte, maar wat een feest! Veel dans en muziek. We nemen plaats op een terrasje.
Om 20.00 uur diner. Na het diner ga ik mijn koffer inpakken.
Dag 8: Terugreis (zaterdag 26 oktober 2019) Vanavond vliegen we pas om 23.00 uur terug naar Nederland. In het hotel blijven is geen optie. Daarom heeft Merijn geregeld dat we de bus een dag langer mogen huren, uiteraard tegen betaling. Tijd genoeg dus om nog wat te bezoeken in het mooie Andalusië. ’s Morgens bezoeken we de wijk Albaicin in Granada. ’s Middags gaan we naar de kust, naar de badplaatsjes Nerja en Frigiliana. De reis begon temperamentvol, maar eindigt haast nog temperamentvoller.
Om 9.30 uur rijden we richting Granada, naar de wijk Albaicin. De Albaicin is een Moorse wijk, gelegen op een heuvel tegenover het Alhambra. Deze wijk is een doolhof van steile straatjes en romantische pleintjes. Veel straatnamen beginnen met Cuesta, wat helling betekent. Ook komt de naam Carmen in veel straatnamen voor. Vroeger telde dit stadsdeel meer dan 30 moskeeën. Merijn laat ons de mooiste plekjes zien. Vanaf Mirador de San Nicolas hebben we een betoverend uitzicht op het Alhambra met op de achtergrond de besneeuwde bergtoppen van de Sierra Nevada. Hier wordt uiteraard een groepsfoto gemaakt. Na de rondwandeling is het koffietijd! Ik ga met Janneke, Karin, Ingrid en Ingrid wat drinken in een sfeervol Arabisch koffiebarretje, Marivi genaamd. Het interieur is heel bijzonder. We hebben nog tijd over, dus kijken we even rond in de winkeltjes in de buurt van het pleintje. Hier zie je ontzettend veel winkeltjes met een Arabisch tintje. Al snel zien we een leuk winkeltje met kruiden en specerijen. Op de plaatselijke markt koop ik een kleed.
Uitzicht op Granada
Uitzicht op Granada
Uitzicht op Granada
Romantisch pleintje in de buurt van Mirador de San Nicolas
Smal straatje
Moorse toren
Smal straatje
Zelfs in oktober staat de bougainvillea volop in bloei
Bougainvillea
Rijkelijk versierde gevel
Witte muren worden uitbundig versierd met blauwe bloempotten
In Andalusië zie je veel beschilderde borden
Thee- en kruidenwinkeltje Rincon del Sabor
Thee- en kruidenwinkeltje Rincon del Sabor
Om 11.30 uur gaan we weer terug naar de bus. Via een toeristische route rijden we naar Nerja. Onderweg zien we bergen, het stuwmeer van Béznar en veel mooie witte kustplaatsjes.
Stuwmeer van Béznar
Aan de andere kant van de stuwdam
Omstreeks 13.30 uur komen we aan in Nerja. Nerja is gelegen aan de Costa del Sol, aan de voet van de bergen van de Sierra de Almijara. Het toeristenstadje ligt op ruim 50 kilometer ten oosten van Málaga. Vanaf het parkeerterrein lopen we met de reisleider naar het in het centrum gelegen Balcón de Europa. Hier worden we om 17.00 uur weer opgehaald.
Balcón de Europa is een mooie promenade met veel palmbomen, bankjes en gezellige terrasjes. Verder zie je er onder meer witte bogen, een kanon, een stuurwiel en twee bronzen beelden (wereldbol en koning Alfonso XII). Aan het einde van de promenade bevindt zich een uitkijkpunt, gelegen op een klif op 23 meter boven zeeniveau. Vanaf het balkon heb je een prachtig uitzicht op de kust en het achterland. Aan de rechterzijde zie je het strand van La Caletilla en aan de linkerzijde het strand van Calahonda. Toen koning Alfonso XII Nerja bezocht na een verwoestende aardbeving in 1884, was hij zo onder de indruk van het uitzicht dat hij het plein de naam "Balón de Europa" gaf. Vandaag de dag is het een flaneerplek bij uitstek.
Balcón de Europa
Balcón de Europa
Balcón de Europa
Balcón de Europa
Strand van Calahonda
Strand van La Caletilla
Balcón de Europa
Balcón de Europa
Wereldbol op Balcón de Europa
Koning Alfonso XII
Inmiddels is het tijd voor de lunch, dus nemen we plaats op een gezellig terras met uitzicht op zee. Er scharrelen heel wat duiven rond in de hoop een graantje mee te kunnen pikken. Zo te horen leven er in de palmbomen Argentijnse parkieten. Na de lunch gaan we het stadje verkennen. Bij het verlaten van Balcón de Europa zien we aan de linkerkant een sfeervol pleintje met veel duiven en palmbomen. Aan het pleintje bevindt zich Iglesia El Salvador, een pittoresk kerkje. We dwalen door de winkelstraatjes en gaan weer terug naar Balcón de Europa. Aan de rechterkant van de promenade (bij de witte bogen) bevindt zich een poort. Via de poort dalen we af naar het strand van Calahonda. We gaan op een muurtje zitten, heerlijk in de zon. Nerja is mooi, maar erg toeristisch.
Balcón de Europa
Wandelpad naar het strand van Calahonda
Hibiscus
Stadhuis
Tot slot gaan we naar Frigiliana, waar we omstreeks 17.30 uur aankomen. Vanaf Nerja is het ongeveer 15 minuten rijden. Het lieflijke dorpje Frigiliana ligt op zo’n 7 kilometer landinwaarts ten noorden van Nerja. We hebben een uur de tijd om het dorpje op eigen gelegenheid te bezoeken. Vooral de oude dorpskern “Barribarto” met witgekalkte huisjes met smeedijzeren balkons en smalle, steile, geplaveide straatjes is een bezoekje waard. Het is een prachtig contrast met de rode leien daken en de strakblauwe lucht. Veel deuren zijn blauw, groen of rood geschilderd. De keien zijn allemaal in verschillende patronen gelegd. Overal zie je katten en bloempotten met bloemen of planten. In Frigiliana wacht om elke hoek een verrassing. Als er een dorp fotogeniek is, dan is het Frigiliana wel! Subtiel geplaatste bloempotten bieden uiterst fotogenieke en typisch Andalusische doorkijkjes. Vanaf het hoogste punt heb je een prachtig uitzicht op de witte huisjes, op de bergen en in de verte de Middellandse Zee. Barribarto ligt op een heuvel. De steegjes lopen in brede traptreden omhoog of naar beneden. Veel klimwerk dus. De nieuwe gebouwen zijn verbazend goed ingepast tussen de oude, zodat het dorp een harmonisch geheel is gebleven. De azulejo’s (tegeltjes) op de muren vertellen over de gebeurtenissen uit de dorpsgeschiedenis, zoals de opstand van de Moorse bevolking. Frigiliana is zelfs uitgeroepen tot het mooiste witte dorpje van Spanje. En terecht!
Omstreeks 18.30 rijden we naar de luchthaven van Málaga voor de terugvlucht naar Nederland. Het is ongeveer een uur rijden. Bij aankomst nemen we afscheid van José en Merijn. In Spanje zegt men bij het afscheid nemen "hasta siempre". Dit betekent tot altijd, dat je iemand ooit nog een keer ziet. Dus niet definitief afscheid neemt. Mooi gezegd, vind ik. Adios is definitiever. Vervolgens gaan we op zoek naar de incheckbalie. Helaas gaat de incheckbalie pas 2 uur voor vertrek open. Tja... wachten duurt lang. Om 22.30 uur gaan we aan boord. Dag mooi weer! Op naar het koude en natte Nederland! Via Bilbao, Parijs en België vliegen we naar Amsterdam. Na een rustige vlucht landen we omstreeks 1.35 uur op luchthaven Schiphol.
De eerste trein naar Middelburg vertrekt pas om 6.30 uur. Zo’n lange zit, vechtend tegen de slaap, is bijna niet te doen. Daarom ga ik met een reisgenootje mee naar Hoofddorp, naar de studentenflat van haar dochter. Kan ik toch nog even slapen… Heel lief van haar dat ze dit voor me had geregeld. We gaan met de nachtbus naar Hoofddorp. Buslijn N30 en N97 rijdt elk kwartier naar Hoofddorp. Lang hoeven we niet te wachten.
De volgende dag (zondag 27 oktober 2019) ga ik huiswaarts. Ik ga met de bus naar het station in Hoofddorp. Met de trein van 8.50 uur ga ik naar Leiden CS. Hier moet ik overstappen. Om 12.30 uur ben ik weer terug in Middelburg.
Nawoord: Eigenlijk ben ik niet zo van de groepsreizen. Het meeste ligt vooraf al vast. Ik bepaal liever zelf wat ik ga doen, in mijn eigen tempo. Maar een groepsreis heeft natuurlijk ook voordelen. Je hebt de gezelligheid en veiligheid van de groep. Een groepsreis is ideaal als je alleen op vakantie wilt, maar toch ook niet helemaal alleen weg wilt. Je kunt gezellig samen met je reisgenoten wat ondernemen. Ga je liever een keertje alleen op pad? Dan is dat geen probleem. Persoonlijk had ik een beetje moeite met de groepsgrootte. Een groep van 36 personen is voor mij te groot. Binnen een grote groep ontstaan er gelukkig al snel kleine groepjes. Desondanks heb ik een hele leuke vakantie gehad, mede dankzij mijn reisgenoten. De chauffeur die ons veilig overal naar toe bracht. En niet te vergeten de reisleider, die alles voor ons regelde en ons veel mooie dingen heeft laten zien. Ook wist hij veel leuke en interessante dingen te vertellen. In korte tijd hebben we ontzettend veel gezien. In elke stad deelde Merijn gedetailleerde plattegronden uit, zodat we niet konden verdwalen. Hierop had hij de belangrijkste punten gemarkeerd, zoals de meest interessante bezienswaardigheden, de winkelstraten en waar de bus staat. TOP! Ik heb nog nooit zo'n goede reisleider gehad. Helaas was de ligging van de hotels niet zo gunstig. Niet in de stad, maar er kilometers vandaan. Vlak bij de snelweg of op een industrieterrein. Niet de meest gezellige omgeving! Het eten in de hotels was ook niet echt geweldig. Eenvoudig en weinig variatie. De Spaanse keuken is nog niet zo gericht op vegetariërs. Spanje is het land van de vlees- en visgerechten. In de hotels kregen we als vleesvervanger een eiergerecht. Als je uit eten gaat staan er altijd wel een aantal gerechten op de menukaart, die ook geschikt zijn voor vegetariërs. Veel keuze heb je niet.
Praktische informatie
Schiphol: Vanaf Schiphol vlieg je al in 3 uur naar de luchthaven van Málaga. Er staat 3 uur voor om zo eventuele vertragingen op te vangen. Eigenlijk duurt de vlucht maar 2.40 uur. Misschien een leuk weetje... Het vliegtuig vliegt 900 km per uur.
Vlieg je met Transavia? Bij Transavia kun je gratis online inchecken. De online check-in opent 30 uur voor vertrek. Je checkt in via je smartphone, tablet of computer op de website van Transavia. Het enige wat je hoeft te doen is je boekingsnummer, naam en vertrekdatum in te vullen. Vooraf een stoel reserveren is ideaal. Je kunt zelf aangeven waar je wilt zitten. Je kunt niet tegelijkertijd voor je heen- en terugvlucht inchecken. Uiteraard kun je ook inchecken op de luchthaven bij één van de incheckbalies van Transavia in vertrekhal 1. Reis je met ruimbagage? Je bagage kun je afgeven bij de incheckbalies van Transavia. Houd hiervoor je boekingsbevestiging en paspoort bij de hand. Zorg dat je voor sluiting van de incheckbalies incheckt en eventueel je bagage afgeeft. Dit kan vanaf 3 uur tot 40 minuten voor vertrek.
Flesje water meenemen aan boord? Dat kan! Er is een manier om toch een vol flesje water mee aan boord te nemen. Neem een leeg flesje van 500 ml mee naar het vliegveld. Of drink het flesje leeg voordat je naar de douane gaat. Zodra je achter de douane bent, kun je het flesje vullen met water in de wc. Als je liever wat anders drinkt, kun je na de douane een flesje frisdrank o.i.d. kopen. Deze mag gewoon mee aan boord. Ook kun je probleemloos iets meenemen om te snacken, zoals Sultana's, een stroopwafel etc. Snoep mag ook!
Klimaat/beste reistijd: De beste reistijd is in het voor- en najaar. Over het algemeen is het in Andalusië zeer goed toeven in april, mei, juni, september en oktober. In juli en augustus kan het er bloedheet zijn. Als je veel wilt ondernemen en steden en dergelijke wilt bezoeken (actieve vakanties, rondreizen en stedentrips) kun je het beste in het voor- of najaar naar Andalusië gaan. Verblijf je vooral aan de kust om te genieten van zon, zee en strand dan zijn de maanden juli en augustus ook geschikt. In augustus hebben de Spanjaarden vakantie en is het erg druk aan de kust of in de bergen.
Andalusië is één van de warmste en droogste streken van Europa. Andalusië heeft een Mediterraan klimaat met hete zomers en zachte winters. Er valt heel weinig neerslag. In de zomer loopt de temperatuur op tot tropische waarden, met in het binnenland temperaturen van 35 graden en meer. ’s Nachts koelt het amper af. De warmste maanden zijn juli en augustus, met een gemiddelde temperatuur van 28.5 °C. Córdoba en Sevilla zijn de heetste steden.In de winter bedraagt de gemiddelde temperatuur in Andalusië 16 graden. De koudste maand is januari. De bergketens in Andalusië, waaronder de Sierra Nevada, hebben een bergklimaat. In de Sierra Nevada ligt er van december tot eind april veel sneeuw. De omstandigheden zijn er dan ideaal om te skiën. In Granada en omgeving, zijn de zomers mild en de winters koel (met een gemiddelde temperatuur van 6,4 graden).
Andalusië heeft een klimaat dat wordt beïnvloed door de grootte en het gevarieerde landschap van bergketens, de heuvels en de Middellandse zee. Het grootste deel van Andalusië heeft meer dan 300 zondagen per jaar.
Grensdocumenten: Voor een vakantie naar Spanje heb je een geldig Nederlands paspoort of een geldige Nederlandse identiteitskaart nodig. Hotels in Spanje kunnen ook vragen om uw paspoortgegevens. Neem altijd een kopie van je paspoort mee!
Geldzaken: In Spanje kun je betalen met de euro. Overal zijn er geldautomaten aanwezig, waar je geld kunt pinnen. Let er op dat het logo van uw pasje hetzelfde is als het logo dat wordt getoond op de automaat. Ook kun je betalen via betaalautomaten in winkels.
Tijdverschil: Op het vasteland van Spanje is er geen tijdsverschil met Nederland.
Voltage: In Spanje worden dezelfde stekkers en stopcontacten (230V) gebruikt als in Nederland. Je hebt dus geen wereldstekker nodig.
Telefoon & internet: Binnen de Europese Unie (EU) betaal je tegenwoordig geen extra kosten meer voor bellen en internetten naast je gewone belkosten. Je betaalt hetzelfde als wanneer u in Nederland zou bellen, sms'en of internetten en die kosten zijn dus afhankelijk van jouw abonnement. In Spanje kun je steeds vaker gratis gebruik maken van wifi in openbare gelegenheden. In de hotels is het gebruik van wifi vaak gratis.
Vermijd lange wachtrijen bij drukke toeristische attracties: Grote toeristische attracties mag je natuurlijk niet overslaan bij je bezoek. Vermijd de lange wachtrijen! In het hoogseizoen kunnen de wachttijden bij het Alhambra in Granada, het Real Alcazar in Sevilla en de Mezquita in Cordoba enorm zijn. De gemiddelde wachttijd is ruim 2 uur. Maar de wachttijden kunnen oplopen tot soms wel 4 uur. Bestel daarom van te voren je tickets via internet! Je hoeft dan niet lang te wachten. Op het gekozen tijdstip mag je op vertoon van je ticket naar binnen. Vaak geldt voor de toeristische attracties een maximale capaciteit. Zodra het maximum aantal bezoekers is bereikt, mag je niet meer naar binnen. Dus... voorkom teleurstellingen en reserveer tijdig je online tickets! Houd er rekening mee dat in drukke periodes de tickets snel uitverkocht zijn.
TIP: Een aantal toeristische attracties kun je op bepaalde dagen en tijden gratis bezoeken. Ook voor een gratis ticket is het verstandig om vooraf te reserveren. Op maandag kun je in Sevilla onder meer het Real Alcazar (16.00 -17.00 uur), Torre del Oro en Plaza de Toros de la Maestranza (15.00 -19.00 uur) gratis bezoeken. In Córdoba kun je 's morgens van 8.30-9.30 uur een gratis bezoekje brengen aan de Mezquita. Dit is echt aan te raden, omdat er dan weinig bezoekers zijn. Wel moet je omstreeks 9.20 uur het gebouw verlaten. Vanaf 10.00 uur mogen de groepen naar binnen. Raadpleeg de officiële websites. De openingstijden veranderen regelmatig!